vrijdag 25 juli 2014

Eendracht



"Eendracht: Toestand, dat je hetzelfde denkt als een ander", verklaart een verder onbelangrijke website. Dit is wel heel kort door de bocht gezegd, maar het klopt.

Mensen denken in het algemeen nu juist niet overal hetzelfde over als een ander. Daarom is eendracht zeldzaam goed.

Er wordt vaak geklaagd, dat mensen in de trein niet meer met elkaar praten.
Ha! Dat deden zij vroeger ook al niet. Toen las men de krant of een blad of keek stilzwijgend naar de voorbijtrekkende wereld (overigens denk ik, dat er meer gecommuniceerd wordt dan ooit, via WhatsApp ed.)
Alleen, als de trein middenin een weiland stopt, ja, dan begint men aarzelend met elkaar te praten. Dat was trouwens nog veel sterker in de tijd direct na de treinkapingen, weet ik nog.
Kort geleden was er het, voor mij totaal onbelangrijke, voetbalkampioenschap. Ook zo'n evenement bindt mensen. Ondanks het feit, dat "Nederland" geen kampioen werd, was men tevreden over het resultaat en dacht men terug aan al die gezellige wel gewonnen wedstrijden, waar miljoenen feest om vierden. Ook dat is eendracht. En denk ook eens aan massaal bezochte concerten.
Een gezamelijk probleem of doel, in de ruimste zin, verbindt anonieme mensen met elkaar. Altijd.

Na de Dag van Nationale Rouw werd er lovend gesproken over onze eendrachtigheid. Maar nu, een paar dagen later komen er ook andere geluiden bovendrijven:
- De mensen langs de weg, waar de rouwautos's reden, zouden ramptoeristen zijn.
- Mark Rutte zou meteen een gewapende eenheid naar de rampplek hebben moeten sturen.
- Onze focus zou teveel op ons zelf gericht zijn.
- We zouden de andere landen vergeten, waar oorlog en geweld is, enzovoort, enzovoort.

Pffff….

Eendracht zie je alleen in herkenbare groepen en tussen mensen, die zich aangetrokken voelen tot elkaar.

Er is hier al veel over geschreven, maar ik wil toevoegen, dat eendrachtigheid iets is van het moment. Als er gevoelens (massaal) gedeeld worden, wekt dat ook gedeeld gedrag op. Dat is niet slap of laf, maar dat heet sociale vaardigheid. Het is precies deze vaardigheid, die sommigen ontberen. In zijn of haar onvermogen om met verdriet en boosheid en dood om te gaan, slaat een enkeling wild om zich heen. Zij voelen zich niet thuis in een wereld, waar emoties openlijk geuit worden en waar berusting belangrijk gevonden wordt.
"Stuur direct zwaar bewapende soldaten naar de Seperatisten en roei het zooitje uit!" Grappig genoeg ken ik beroeps-militiaren met een groot hart en een prima denkhoofd. De opruiers komen dan ook niet vanuit die hoek. Nee, denk eerder aan Jort Kelder of Youp van 't Hek. Onze nationale tv clowns, die het zo goed met ons, maar vooral met zichzelf, voor hebben.

Ik ben geen VVD-er en ik ben ook geen Rutte-fan, maar ik ben blij met onze premier, die het repatriëren van de passagiers van MH017 tot de grootste prioriteit verhief, bóven de gewelds-opties. Ik hoop, dat alle mensen gevonden en spoedig netjes begraven zullen worden, hoewel dat misschien niet realistisch is.

Mensen zijn allemaal verschillend en denken en doen ook allemaal anders, maar in tijd van nood troosten we elkaar en onszelf.
Op een goeie en waardige manier.
Hoewel ook voor mij de volgende uiting van eendracht beter maar weer een voetbalkampioenschap mag zijn :-)

Willem, 25 juli 2014

woensdag 9 juli 2014

Is dit nu kunst?

Wat is kunst?
Die vraag leidt vaak tot verhitte discussies. Met name abstracte kunst wordt niet altijd begrepen. En dat is zachtjes uitgedrukt ;-)
Ik doe een poging:


Ooit bestonden er geen foto- of videocamera's om de wereld om ons heen vast te leggen. Men kon een situatie slechts omschrijven in een boek of er een schilderij van maken.
De behoefte van mensen om hun leefwereld vast te leggen is even oud als ons bewustzijn; kijk maar eens naar de grottekeningen, die mensen in de oertijd al maakten.

Deze mensen maakten ook de eerste gebruiksvoorwerpen, zoals speren en dolken. Om deze voorwerpen te kunnen vervaardigen, heb je bepaalde vaardigheden nodig, in het Engels ook wel "skills" genoemd.
Ik heb nog nooit een aap een tekening zien maken van zijn broer. En een mooie bloemenvaas creëren zij ook niet. Je kunt dus wel zeggen, dat het maken van voorwerpen echt "des mensches" is.


Gebruiksvoorwerpen worden ook vaak als kunst gemaakt, maar laat ik mij beperken tot de beeldende kunst. Rembrandt en zijn cornuiten verstonden "de kunst(!)" om prachtige afbeeldingen te maken van wat dan ook. Nog steeds kunnen wij kapitein Frans Banning Cocq en zijn gezelschap gereed zien staan voor de strijd. Hun kleding en bewapening zijn tot in de details herkenbaar en hun gezichten spreken boekdelen. De Nachtwacht is een zeer realistich schilderij.
Dit alles brengt ons bij de eerste betekens van het woord "kunst". Bedoeld wordt de vaardigheid van het schilderen. Kunst is dan een foefje, een methode, die de één beter beheerste dan de andere. Maar ook het resultaat wordt, om het ergens onder te brengen, kunst genoemd, vreemd genoeg. Zoals in "Dit schilderij is kunst". Deze tweede betekenis IS al vager.

Mondriaan's vroegere werk

Toen rond 1800 de Camera Obscura werd uitgevonden werden de kunstschilders brodeloos. Een foto gaf in veel kortere tijd en veel realisticher een houdbare representatie van de werkelijkheid. Om een boterham te blijven verdienen moest er iets anders bedacht worden. Mondriaan, bijvoorbeeld, maakte prachtige landschappen, maar net als andere schilders ging hij over op "abstracte" kunst. Ik geef ruiterlijk toe, dat ik daar geen verstand van heb, maar ik geef mijn mening als leek.

Nu kunstwerken niet direct meer herkenbaar waren voor de meeste mensen, werden zij al snel verguisd. "Is dit kunst"? Tja, men kon geen langdurig aangeleerde skills meer onderkennen en ook geen afgebeelde werkelijkheid.
Als puber zag ik Karel Appel op een filmpje in een razernij zijn dure verftubes leeg spuiten op een immens doek, terwijl hij uitriep : "Ik rotzooi maar wat aan, haha". Die uitroep wordt door kenners wel eens uitgelegd als een geniale grap (bevestig wat de domme buitenstaander zegt) maar ik denk eigenlijk nog steeds dat hij het meende. In ieder geval was er nog weinig over van een herkenbaar tafereel gemaakt door een hoog opgeleid vakman. Waar zijn de skills gebleven?

Hoewel de schilders Rembrandt en van Gogh het niet altijd breed hadden werden hun werken veel later onbetaalbaar duur. De prijzen van kunstwerken staan niet meer in verhouding met hun werkelijke waarde, zoals profvoetballers ook tegen idioot hoge prijzen van de hand worden gedaan. Die prijzen worden op veilngen kunstmatig opgedreven door een klein clubje elitaire vogels. Wij leken zijn al lang het spoor bijster.


De oude schilderijen waren ook uniek. Een techniek om een geverfd schilderij te kopieren bestond niet. Dit verhoogde de waarde op een heel andere manier. Barnett Newman's schilderij "Who is afraid of Red Yellow and Blue III" werd na opzettelijke beschadiging gewoon overgeschilderd met een roller met Latex! (dat was geen kunst, haha).

Kunst is al gauw een object met een goed lulverhaal er om heen. Dat verkoopt. Neem dit bijvoorbeeld:

"In zijn korte bestaan heeft het (schilderij "Who is afraid…") op velen een onuitwisbare indruk achtergelaten. Op mij ook. Op enkele meters afstand werd je hele blikveld gevuld met het meest intense rood dat je ooit waarnam. Niet het felste of het hardste rood, maar het meest levende, warme en stralende. Een rood vooral ook dat op je afkwam en je als een ruimte omhulde.... "

Ik ga hier kort door de bocht, maar geef toe, als IK het gemaakt had, was ik dan rijk geworden?


Moderne kunst; IS dat nou kunst? Voor mij dus niet. Wat vind je hier van:
Kunst is vergelijkbaar met een zend/ontvang opstelling, zoals bijvoorbeeld een zender (ik blijf een techneut :-) ), een medium en een ontvanger. Neem bijvoorbeeld een radiozender, de lucht als medium (de "Aether') en een radiotoestel. Aan de bron wordt geluid, (spraak of muziek) omgezet in een signaal, dat door het medium getransportereerd kan worden. De ontvangende radio zet dat signaal weer om in geluid. Het medium is helemaal niet interessant, het is slechts noodzakelijk om de boodschap over te brengen.
Zo kan een afbeelding, die met een bepaalde emotie is gemaakt, na transport door het medium (het onbelangrijke doek en verf) bij de ontvanger precies dezelfde emoties oproepen. Dat is mooi! Dat is knap! Dat is kunst!
Dit werkt uiteraard ook heel mooi bij de kunstvorm muziek. Stel: in Amerika speelt een Louis Armstrong de blues en in Holland draait een verdrietige vrouw zijn CD (het medium) en wordt door de man aan de andere kant van de wereld gesteund. Geweldig, toch.

Kortom, Kunst, tegenwoordig, is voor mij het overbrengen van emoties. Daar heb je knappe vakmensen voor nodig: componisten, schrijvers, muzikanten enz. Zonder het elitaire geklets, dat wij eikels kunst niet begrijpen. Poeh! Ik kan niet zonder, haha.

maandag 7 juli 2014

Onze maskers



18 oktober 1954:
Ik lig in de wieg en boven mij verschijnen gezichten. Van hele jonge tot hele oude gezichten.
Kennelijk hebben wij niet allemaal dezelfde ponems. Het is net of mensen allemaal hetzelfde zijn, maar dat alleen hun maskers verschillen. Die hele jonge en leuke gezichten zijn van mijn buurjongens en -meisjes, de wat oudere van mijn ouders en de echt oude gezichten zijn van mijn grootouders. Wat mij betreft hebben zij altijd diezelfde maskers op gehad, ik weet niet beter. Zo heeft de huisarts een masker van 60 jaar oud, hij aaide mij met zijn koude handen, bah.
De schillenboer mocht ook even "babykijken". Die oude grijze man heeft een masker, dat op dat van Abraham lijkt; niet mooi. De lieve buurvrouw van verderop bracht mijn ouders bloemen.
Als ik in de spiegel kijk, zie ik, dat MIJN masker het jongste en het mooiste is. Mijn moeder is maar wat trots op mijn volle zwarte bos haren. Kennelijk ben ik altijd zo geweest.

18 oktober 1964:
In een kinderwagen zie ik een mens met een heel jonge tronie. Jonger dan het mijne. Hoe kan dat? IK had toch het jongste gezicht?? De buurvrouw van verderop, die een behoorlijk grimpeld gelaat had, is overleden. Men zegt, dat zoiets vaker voor komt bij mensen met zo'n gezicht. Je zal maar zo'n masker hebben…
Ik zag laatst een soldaat in uniform. Hij had een stoere kop en droeg een soldaten baret. Brrr…lijkt me naar, dienstplicht.

18 oktober 1974:
Op mijn masker zit een baard en lang haar. Mijn soldatenuniform moet ik 5 dagen per week dragen, soms ook in het weekend. Ik heb nu het porem van een jong volwassene, geen idee, hoe ik daar aan kom? Ik zie steeds meer mensen om mij heen met een iets jonger gezicht dan ik heb. Geeft niet, waarom zou ik daar mee zitten? Ik voel me jong en gezond.
De huisarts, die mijn moeder hielp bevallen is overleden. Zijn bejaarde gezicht was al een tijdje heel bleek.

18 oktober 1984:
Rond de ogen van mijn masker zitten nu wallen, die had ik nooit. Staat wel oud, zeg.
Mijn ouders hebben nu maskers van zo'n 60 jaar oud. Het staat ze goed, maar ze zien er wel anders uit dan vroeger. Waarom is dat eigenlijk? Wie vraagt daar om?
Mijn lieve oma is overleden. Zij had een masker van 85 en ja, dan weet je het wel. Maar vreemd, het verfrommelde gezicht van een ooit heel knappe tante van mijn moeder is 92 en die leeft nog steeds?
De schillenboer is er trouwens ook niet meer.

18 oktober 1994:
Mijn oudtante met het masker van 92 is al heel lang dood. Mijn broers hebben gezichten, waar je aan kunt zien, dat zij geen 30 meer zijn. Ze zien er goed uit, hoewel je aan het masker van mijn jongste broer nu wel kunt zien, dat hij al heel lang ziek is.

18 oktober 2004:
Mijn masker begint op dat van Abraham te lijken. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Dit ben ik eigenlijk niet.
Ik kwam laatst een schoolvriendin tegen, nou ja, ik kwam iemand met het masker van een mevrouw tegen. Ze bleek dat hele leuke opdondertje te zijn uit de 6e klas. Ik zou haar nooit herkend hebben, als ze die glunderende ogen niet meer had gehad.

18 oktober 2014:
De wereld begint steeds meer te bestaan uit medemensen, die een jonger gezicht hebben dan ik. Vind ik niet fijn. Was ik maar weer net zo fit als lang geleden.
Ook mijn ouders hadden oude gezichten gekregen met veel rimpels en mooi grijs haar. Te oude maskers, ze zijn er niet meer.
MIJN masker wordt gevaarlijk ouder en ouder, het gaat nu al 60 jaar mee en het is echt veranderd, hoor. IK niet, overigens, IK ben gewoon dezelfde als altijd. Maar waarom moet ik dan persé dit masker op? Het hoort niet bij wie ik ben. Ben ik soms de schillenboer geworden? Nee toch?
Ik weet wel beter, zó ben ik nooit geweest.

18 oktober 2024:
………………………………………..

zaterdag 5 juli 2014

Mijn vliegangst



Ik heb vliegangst.

Wikipedia zegt: "Een fobie is een psychische aandoening, waarbij iemand, om doorgaans onduidelijke redenen, een ziekelijke angst ontwikkelt voor specifieke zaken of situaties. Deze angst staat niet in verhouding tot de reële bedreiging, die van de situatie of het object uitgaat en de lijder is zich hiervan goed bewust."

Dat klopt grotendeels, maar ik denk, dat er bij een fobie wel degelijk een duidelijke aanleiding aanwezig is. Het is een angst, die ooit reëel was en je hersenen ontwikkelen daarna een angst voor een bepaalde situatie. En angst is een gevoel.

Ik had al twee keer gevlogen, toen ik in 1986 naar Llorret de Mar vloog en onze DC-10 boven de Pyreneeën in turbulentie terecht kwam. Ik voelde mijn hart 50 centimeter buiten mijn lichaam kloppen, mijn bloed trok naar mijn benen en mijn handen waren nat van het zweet. Ik noem dit een soort "bijna-dood-ervaring". Het kwam goed, maar ik besloot direct om nooit meer in een vliegtuig te stappen. Het gebeurde echter op de heenweg, dus ik moest ook nog terug…

Als kind was ik gek op vliegtuigen; alle vliegtuigen. Ik had veel boekjes over verkeersvliegtuigen en straaljagers, bouwde plastic en kartonnen modellen en wilde een tijdlang zelfs straaljagerpiloot worden. En nog steeds kan ik genieten van een mooi vliegtuigontwerp.

Op mijn eerdere vluchten (naar Torremolinos en Mallorca) had ik heel relaxed de landing op Schiphol gefilmd vanuit een patrijspoort met mijn vader's Super 8 camera. Tijdens mijn laatste landing, daarentegen, zat ik tien minuten van te voren met mijn hoofd tussen mijn benen met mijn armen er om heen ("brace for impact"!) en mijn ogen had ik gesloten. Ik hoorde mensen om mij heen rustig babbelen en ik begreep niet, dat zij niet doodsbang waren, haha. Toevallig was er geen "slurf" beschikbaar voor het uitstappen en moesten wij het vliegtuig met een ouderwetse vliegtuigtrap verlaten. Ik kuste het asfalt (net als de toenmalige paus) en had het gevoel, alsof ik op het laatste moment van de galg gered was. dat nooit weer!

Ik zei hierboven al, dat een fobie een gevoel is. Dus alle rationele relativeringen door mijn vrienden en kennissen, die ik al 28 jaar hoor, helpen mij niet. Ja, vliegen is veilger dan mijn hobby motorrijden. Ja, de kans op een ongeluk is kleiner dan 1 op heeeeeeel veel. Maar een fobie is niet verstandelijk weg te redeneren. Sinds ik dit heb, doe ik nooit meer minderwaardig over de angst van sommige mensen voor spinnen en muizen, die angst is echt en heel naar.



Een van de gevolgen van zowel mijn vliegangst als van mijn interesse in (vliegtuig)techniek is dat ik al jarenlang kijk naar de tv serie „Air Crash Investigation" op National Geographic. Ik ken alle mogelijke oorzaken van planecrashes: pilot error, verkeerde software ("Fly by wire"), de afschaffing van de boordwerktuigkundige, afleesfouten in de cockpit, botsingen, slechte omgang met de autopilot, te weinig (of teveel) brandstof, omrekenfouten, haast(!), goedkope vliegmaatschappijen, kapingen, arrogante captains, terrorisme, nieuwe ontwerpen met verborgen kinderziekten, echt teveel om op te noemen.

Sommigen zeggen, dat ik een cursus moet volgen. Je gaat dan in een stukje vliegtuigromp op een stoel zitten en in je oortje vertelt Tosca Hoogduin dan met zwoele stem, dat er niets kan gebeuren, duh! JA, daar zal ik niet bang van worden. Maar eigenlijk ben ik gewoon bang, dat ik na zo'n cursus niet meer bang zal zijn, dus nee, geen cursus.

Dit duurt dus al vele jaren en ik ben er nooit meer ingestapt. En ik zal dat ook nooit meer doen. Dat is niet handig en jammer voor mijn vriendin. Vliegen is een comfortabele en snelle manier van reizen, maar ik durf dus niet meer. Onhandig, als je zoals ik, graag eens naar Amerika zou willen reizen (ik heb in de jaren verschillende gratis aanbiedingen van vrienden af moeten slaan, tot mijn grote spijt).

Maar goed, dan maar vakantie in eigen land. Sint MaartensVlotbrug is ook niet te versmaden haha :-)



Zie FaceBook reacties op dit blog



vrijdag 13 juni 2014

Oud zijn in 2039



2039. Goh, nooit gedacht, dat ik dat jaar zou halen.

Ik ben 85. Mijn vader werd ooit 87. Maar hij zat nog in een ouderwets bejaardenhuis, met lieve verzorgsters. Ik zit hier van god en alleman verlaten. Ja, Sarah. Die laat mij geen seconde in de steek. Die tilt me met haar sterke armen in- en uit bed. En als ik dan eenmaal op ben, moet ik direct gymnastieken, zoals wij dat als kind noemden. Uitsloofster! En daarna gezond eten, ze heeft elke dag een andere maaltijd in haar kop. Staat in haar database, zegt ze. Zal best wel.

Elke dag vertelt ze mij op haar eigenste monotone manier over vroeger, …om mij te vermaken! Steeds weer nieuwe versies van dezelfde verhalen; ik zou er doodziek van worden, als ik dat al niet was.

Als ik met mijn roelstoel naar de voordeur rijd, om even rond te gaan kijken, "meet the people”, noemden wij als kinderen dat, dan staat ze in een seconde voor mijn neus.
"HoHo, waar gaan wij naar toe?", dat staat niet op het dagrooster, piept ze dan. "WIJ?" "IK! Fuck je dagrooster…"
Sarah!…Wat een monster, zeg.

Ik heb een bloedhekel aan haar. Ze kan ook urenlang zwijgen, alsof ze dood is. Wat heb IK daar aan?

Laatst hebben ze haar hoofd tijdelijk verwijderd. "Onderhoud", mompelden de monteurs. Poeh, kijk mij eens na!

Ik vind het maar niets, ZORGROBOTS!!

donderdag 12 juni 2014

RodeDraadGrapjes



Soms zit ik wel eens te peinzen. "Wat heb ik nu helemaal bereikt in mijn leven"?

Geen idee eigenlijk. Echter, één ding weet ik heel zeker: ik heb kroeg-ervaring, heel veel kroeg-ervaring. Wat je er verder aan hebt weet ik ook niet, maar ik ben er wel blij mee. Duizenden en duizenden mensen moet ik ontmoet hebben in die (40!) jaren en duizenden zie ik ook nooit meer terug, op een kleine club na, die oud en grijs is geworden in de Mol en Ome Ko. (ja, het meubilair, waar ik dus ook inmiddels bij hoor, haha).

Waar ik bijzonder blij mee ben, zijn mijn zogenaamde "RodeDraadGrapjes". Hiermee bedoel ik het, in de kroeg, vasthouden aan een verhaal of grap en die stoïcijns jarenlang blijven herhalen.

Zo heb ik met Anton Mulder, Ruudje Brouwer, Frans Griffioen en een aantal anderen ooit de "Club van Fifty Four" opgericht. Allemaal zijn we in 1954 geboren en Do en ik groeten elkaar nooit normaal, maar roepen slechts "Fifty Four!"

Met Kareltje Opdam heb ik wel 20 jaar volgehouden, dat we bij de Geheime Dienst zaten. Ook wij groetten elkaar nooit normaal, maar begonnen bijvoorbeeld met: "Hoe was je opdracht in Israel"? Vervolgens fantaseerden we een half uur lang over ons "werk". Mensen aan de bar begrepen er helemaal niets van, vooral niet als we zogenaamd vreselijk ruzie gingen maken en schreeuwden tegen elkaar, haha.

Met Pammetje fantaseerde ik heel lang geleden, dat wij leden waren van de stam van de "Dikbuik Indianen". Wij groeten elkaar nog steeds met "Uch!" of "How!".

Ook lang geleden zei ik tegen Charles Schiffel: "Wat raar eigenlijk, dat wij hier de hele dag DRINKEN. Zou je op deze manier ook urenlang kunnen ETEN? Stel je voor, dat er een Kaasbar zou zijn, waar je aan de bar gaat hangen en steeds nieuwe broodjes kaas bestelt?" ("Twee jonge- en één pitjeskaas graag, met Zaanse Mosterd. En neem er zelf ook één.") Je kunt het je niet voor stellen. Ook daar hebben we het nog vaak over.

Begin jaren '80 vroeg ik nooit aan Leo Kooijman, hoe het met hem was, maar ik zei "Nog gezwommen?" Als hij ja zei (en dat deed hij altijd), dan vroeg ik hem of hij wel weer OoievaarsKuitenvet had gebruikt. Dat had hij meestal gedaan. "Goed spul, joh!"

Met Verus uit Weesp deelde ik een postzegelverzameling, suggereerden we. In het bijzijn van onze vrienden onderhandelden wij minutenlang over de verkoop van een zeldzame zegel en over onze albums. Iedereen geloofde het.

Misschien vergeet ik er nog wel een paar, maar die komen spontaan weer boven, zodra ik de bijbehorende vriend weer ontmoet. "Vriend", ja, het waren altijd mannen, bedenk ik mij nu.

Het geven van reacties in een rollenspel, DAT vind IK nu een leuk wedstrijdje, daar komt de kleur oranje dus niet aan te pas, haha

woensdag 19 maart 2014

Niet in hokjes denken?!

Ik heb zojuist gestemd.

Met de lokale politiek heb ik nooit iets op gehad. WEL met Muiden, niet met die schimmige lui, die daar ergens ver weg in donkere kamertjes over de toekomst van mijn mooie geboorteplaats zaten te konkelen.

Landelijk stemde ik meestal erg links, meestal SP. Vooral op Jan Marijnissen stemmen vond ik altijd prettig in de wetenschap, dat ik op een goed opgeleide, betrokken en menslievende man van arbeidersafkomst stemde. In Muiden hebben we geen partij van die kleur. Lokaal stemde ik eigenlijk altijd heel ballorig en zonder nadenken PvdA, van-huis-uit :-) (nou ja, mijn vader PvdA en mijn moeder CHU)

Geen SP dus hier, heel jammer. Ik besloot onlangs uit teleurstelling over heel veel politieke besluiten om voor het eerst in mijn leven blanco te gaan stemmen. Het voelde niet goed, maar ik wilde mijn onvrede tonen en ik wilde dat tot voor kort nog steeds. Totdat "Hart voor Muiderberg" hier op FaceBook debatten organiseerde. Het was nieuw voor Muiden en nieuw voor FB , denk ik.

De "gesprekken" kwamen mijn zeer authentiek over, want er werd net zoveel onzin gespuid en net zoveel op de man/vrouw gespeeld als in het echte leven; een indicatie, dat mensen echt bezig waren hun stokpaardjes te berijden en zich niet schaamden om voor de zoveelste keer hun eigen toko te promoten. De middenstand? Die heet Jacob. Het hockeyveld? Ik kan dat woord de eerste 4 jaar niet meer HOREN. En een Matrix? Het is niet één keer uitgelegd aan leken zoals ik. Kortom, mijn computer was veranderd in het Praethuis van de gemeente Muiden. Velen lazen stilletjes mee en velen lustten wel pap van het redetwisten in het openbaar. Al met al een zeer geslaagd initiatief dus!

Sommige partijen vonden het niet of nauwelijks noodzakelijk om de geboden kans, namelijk het 'en plein publique' van gedachten wisselen met ons, de burgers, het electoraat, met beide handen aan te pakken. Jammer, voor hen en voor ons.

Uiteindelijk kon ik door deze debatten mijn rotsvaste overtuiging in stukken breken. Waarom niet stemmen, terwijl ik het beste voor heb met Muiden? En waarom dan niet iemand kiezen, die al jaren ervaring had in het besturen, zijn netwerk al jaren geleden opgebouwd heeft en over een grote dossierkennis blijkt te beschikken? Het stemadvies op FB aan mij van Vera van Etten was het laatste duwtje in de nieuwe richting…Dus…………..

...Ik geef het toe, het was even slikken, maar uiteindelijk heb ik vandaag op
E.P. Vlaanderen gestemd van de VVD. Met de beste bedoelingen voor Muiden.

Het lijkt mij prettig om nu een afgevaardigde in de politiek te hebben, die ik gewoon in de kroeg met een pilsje in de hand kan benaderen over zaken, die mij er harte gaan ;-)

Ik wens E.P. veel succes vandaag in de verkiezingen, maar ik wens vooral Muiden een mooie toekomst tijdens de enorme veranderingen, die ons nog te wachten staan :-) (y)

Willem, 19 maart 2014.

woensdag 23 oktober 2013

UZI, mijn wapen



Ik kan me bijna niet meer voor stellen, dat ik 16 maanden lang een mitrailleur op mijn naam had staan, maar het is wél zo.

Op dezelfde dag, dat wij opkwamen (7 mei 1975, lichting 75-3 dus) gingen we langs bij de "wapenboer" en kregen een Israelisch automatisch wapen in onze handen gedrukt : een UZI, een klein handwapen met 9mm pistoolkogels. Ons werd direct geleerd om nooit op een mens…...nou ja, nooit op je maten te richten. 2% van alle militairen werd afgeschreven vanwege oa. schietincidenten. De Amerikanen noemen dat "Friendly Fire"; een eufemisme dat staat voor per ongeluk je eigen manschappen kapot schieten.
En ja, ik maakte een incident mee. Tijdens een oefening in de opleiding schoot een "vriend" mij een losse flodder in mijn bek. Kon geen kwaad , dacht die lul ("Pang, jij bent dood"), maar op 50 cm afstand voelde ik een hete straal kruit in mijn gezicht. Jongens van 20 hebben natuurlijk sowieso geen verstand aan boord (daarom maken ze er soldaten van).

Een andere gozer, nam het eerste het beste weekend zijn wapen mee naar huis om aan zijn moeder te laten zien. De wapens werden altijd geteld, dus dat werd een weekje achter de wacht zitten.

In die tijd moesten er veronderstelde kernraketten bewaakt worden, 24/7. De zg. "Sitewacht" (***). Met 60 stuks 9 mm patronen in je jas en 30 stuks in je UZI liep je een week lang dag en nacht wacht rond een terrein, waar wellicht helemaal niets te bewaken viel, want de Rus moest misleid worden…
Na aflossing kwam je langs een bord, waarop met schoolkrijt stond geschreven : "XX dagen geen schietincident geweest". XX was dan meestal een 2 of 3…

Het wapen moest na het schieten altijd ontdaan worden van kruitresten, Een echte k*tklus met hele kleine doekjes van 3 bij 3 cm, gedoopt in de wapenolie. Als ik mijn ogen dicht doe, ruik ik dat spul weer meteen, geen verkeerde lucht eigenlijk. Het gebeurde heel vaak, dat het wapen afgekeurd werd en dan moest je weer opnieuw beginnen met die doekies in de kleinste gaatjes pielen. Ik had er wat op gevonden : ik haalde mijn gun uit elkaar en nam de onderdelen mee naar de badkamer. Ik poetste onder de douche de onderdelen met een afwasborstel en afwasmiddel helemaal schoon en legde de onderdelen op de verwarming te drogen, daarna goot ik er dan een blik wapenolie over tegen het roesten. Het ding glibberde als een vette paling in de handen van de wapenboer en ik kreeg dan altijd complimenten voor mijn werk, haha. Als ik daar mee gepakt was, hadden ze mijn kop eraf getrokken haha

Schietoefeningen waren ook grappig. De UZI had twee standen : „Manuel" en „Auto". We kregen 5 kogels en die moesten stuk voor stuk netjes gericht afgschoten worden, maar sommige sufferds zetten in de haast het schuifje een beetje te ver naar voren en verschoten hun kruit per ongeluk in één keer Tattatatataataata….Lachen! Haha.
Ook gebeurde het, dat de ene soldaat 10 kogelgaten(met 5 kogels!) in zijn pop had en zijn buurman nul. Dan had er eentje op het doel van de ander geschoten, 100 m afstand is niet nix tenslotte, haha. Die sfeer van een schietbaan op de hei om 7 uur smorgens in dichte mist en de geur van zand en jute zakken vergeet ik nooit meer :-)

I love the smell of UZI's in the morning!

Willem, 23 oktober 2013.



(***) Die Sitewacht was trouwens op zich al iets bijzonders.

Op een terrein zo groot als een voetbalveld stonden 3 bunkers, waarin soms wel en soms niet kernraketten lagen opgeslagen, zo vertelde men ons. Om de vijand in verwarring te brengen waren die bunkers wel of niet leeg. Dat zou ze leren, die Russen!

Om dat terrein heen was een omloop met wachttorens. Hier marcheerden wij onder commando van de wachtcommandant om onze maten af te lossen. Helemaal officieel : "Halt wie daar? Sergeant 'Huppelpup' van de Wacht. Naam en dienstnummer? … Treed naderbij."

Om het veld heen lag een zone van een paar honderd meter bos, waar gepatrouilleerd werd. Ook daar moest de hele "Wie daar?" procedure gehanteerd worden.

Er werd in 3 shiften gewerkt. Eentje sliep, eentje ontspande en de laatste liep wacht. 8 uur op 16 uur af, een week lang.

Labiele maten mochten niet mee, want 90 scherpe patronen „op de man” kon hen wel eens in verwarring brengen. Bijna iedereen hoefde het maar één keer een periode te doen. Maar deze sufferd had de mazzel om twee keer uitgenodigd te worden!

We werden zo gek gemaakt met scherp waarnemen, dat er elk uur wel een melding kwam vanaf een wachttoren, dat er een Volkswagen Kever in het bos stond geparkeerd. Gelukkig zag ik wel, dat het een boomstronk was, haha.

Allemaal niet fijn dit, maar het slapen met 100 man op één kamer moet iedereen eigenlijk een keer meegemaakt hebben. Zo ging een beduimeld pornoboekje talloze keren van stapelbed naar stapelbed en onstond er tijdelijk een puptentje, waar maak je dat ooit mee? Hahaha.

Lees reacties op dit blog op : FB Reacties

maandag 23 september 2013

Hap-snap herinneringen

Ik wil schrijven over mijn vader. Maar waar zal ik eens beginnen?

7 juni 1926 Toen werd hij geboren. In Muiden. Hij bleef er altijd wonen en droeg zijn liefde voor zijn geboorteplaats over op ons, zijn 4 zoons.
Omdat mijn opa (Willem) Kroon, een Amsterdammer, in de mobilisatie in Muiden gelegerd was, kon het gebeuren dat hij, mijn opa dus, het mooiste meisje van de stad tegenkwam en haar mocht trouwen. Tijdje later werd mijn vader geboren; weer tijdje later werd ik geboren. Life in a nutshell :-)

Vlnr. Tante Sien, Opa, mijn vader, Oma en oom Wim
Mijn vader heeft een jongere broer, mijn oom Wim en een zuster, tante Sien. Oom Wim zorgt wekelijks voor zijn zuster, die al jaren dement is en inmiddels een paar tia's heeft overleefd.
(Nabericht: tante Sien is overleden, oom Wim woont nu in Almere, 23-09-2016)

Allerlei beelden, uitspraken en ervaringen van de laatste weken vliegen door mijn hoofd. Dit wordt geen gestructureerde blog, ben ik bang.

Dan maar voor de vuist weg…Toen mijn moeder thuis in de huiskamer in een ziekenhuisbed lag, merkten we pas voor het eerst, dat onze vader echt last kreeg van dementie. Mijn beide ouders (mijn moeder dementeerde ook) wilden zich nooit laten testen. De diagnose van hun verwardheid hebben we dus nooit geweten, maar ach, wat doet de naam er eigenlijk ook toe? Alzheimer, Parkinson, er is toch geen bal tegen te doen. Mijn vader noemde zijn aandoening een sluipmoordenaar.

Wanneer je er mee te maken krijgt is er maar één opdracht : Leer zo snel mogelijk opnieuw om te gaan met deze mensen, die je al je hele leven kent. Want hun gedrag verandert wezenlijk. Zodanig, dat je je af kunt vragen, wat je werkelijke identiteit eigenlijk is. Een tijdelijke rangschikking van moleculen in je hersenen? Of een aaneenschakeling van ervaringen, die successievelijk verdwijnen en dus geen rol meer spelen bij opvattingen, emoties en beslissingen? Geen idee. Maar laat ik niet al te filosofisch worden :-)

Kort na de dood van mijn moeder kreeg ik een vreselijk nare ruzie met mijn vader. We schreeuwden tegen elkaar en huilend ging ik weg, mijn arme vader in verwarring en verdriet achterlatend. Ik vond hem onredelijk, egoistisch en niet pragmatisch. Na een tijdje in mijn auto gezeten te hebben ging ik weer terug en zoenden we het af. Deze ervaring heeft mij gevormd. Ik moest leren omgaan met deze ziekte, opnieuw leren omgaan met mijn vader, voor zijn en mijn bestwil. Dus probeerde ik mijn vader tegelijkertijd wel en niet serieus te nemen. Als hij een verhaal voor de zoveelste keer vertelde zei ik niet : „Ja pa, nu weten we het wel", maar "Oh ja?”.
Alleen als hij weer aan mij vroeg of ma was overleden, dan kon en wilde ik niet jokken om bestwil. Het antwoord ja" kwam altijd heel hard aan en op zijn vraag, waarom hij nooit bij haar graf was geweest, moest ik wel zeggen, dat we er toch wel 5 keer al geweest waren. Mijn hart draaide om op zulke momenten.

Toen de verzorging van mijn ouders steeds maar moeilijker werd, stelden we af en toe voorzichtig voor om hen naar een bejaardenhuis te brengen. Mijn moeder, die daar realistischer in was dan mijn vader, zei wel eens, dat ze het overwoog. Maar mijn vader was altijd falikant tegen. Hij heeft altijd tegengesproken, dat hij hulp nodig had. Uit loyaliteit aan haar echtgenoot deelde mijn moeder ons op een bepaald moment heel dapper mee : "Papa en ik hebben besloten om hier niet weg te gaan". En daar hadden wij het mee te doen.

Maar een half jaar na de begrafenis van mijn moeder werd de situatie in de Vondelstraat onhoudbaar. Wassen, plassen enzovoort, alles werd te moeilijk. Ook de Thuishulp zag het niet meer zitten.

Ik schrijf dit alles mede, omdat de overheid denkt, dat zij met een beetje aansporing naasten wel aan het werk denkt te kunnen zetten als onbezoldigd Mantelzorgers. Ik heb het eerder betoogd, maar ieder mens heeft recht op professionele en goed betaalde hulp! In ons latere jaren zullen we (bijna) allemaal terugvallen naar het kleuter-tijdperk. We laten de zorg voor babies toch ook niet over aan willekeurige amateurs? Niet meer kunnen praten, plassen en wassen is mensonterend en liefdevolle, maar ook juiste, hulp daarbij is onontbeerlijk.
De meeste mensen hebben wel het fatsoen en de natuurlijke behoefte om hun ouders te verzorgen, wanneer de noodzaak zich aandient; daar hebben ze de bezuinigende en amorele overheid niet voor nodig. En geholpen worden door je zoon, die je niet kan luchten of zien lijkt me ook een drama… Participatiemaatschappij, kiss my ass!

Tijdens het maken van dit korte filmpje voelde ik me schuldig, omdat ik mijn vader niet kon ondersteunen, maar het was even niet anders :-)


12 januari 2012. Ik had mijn broers aangeboden om pa op te halen uit de Vondelstraat en hem naar Muiderberg te brengen. Hij was rustig en ik begon maar niet over ons reisdoel. Later zei hij wel, dat hij zich de rit kon herinneren. Onderweg babbelde hij, zoals altijd, over de omgeving. In Muiden herkende hij altijd alles en had overal een verhaal bij. Maar zodra we zijn geboortestad verlieten wist hij niet meer, waar hij was en complimenteerde hij mij heel lief met mijn kennis van de omgeving ("Ik heb geen idee, waar ik nu ben". "Dit is de Hollandse Brug, pa".). Dezelfde omgeving, die hij 87 jaar lang beter kende als geen ander.
Bij ons laatste vertrek uit Muiden zei mijn vader : "Leg even een briefje neer, dan weten "de jongens" waar ik ben. Ik mompelde iets van "Dat weten de jongens heel goed". Zorgzaamheid blijft kennelijk lang functioneren. De laatste woorden van mijn moeder waren : "Heb je al koffie gehad"? Ik voelde me schuldig, omdat ik degene was, die mijn vader uit Muiden ontvoerde. Het kon niet anders, maar ik ervoer het wel zo.

15 september 2013. Afgelopen donderdag werd mijn kidnapping rechtgezet en brachten we pa terug naar zijn geliefde stadje. Ditmaal voorgoed. We brachten hem terug naar zijn vrouw. Voor altijd. En dat voelt fijn. Ze weten het zelf niet meer, maar voor ons is het mooi, dat mijn ouders samen op één plek in Muiden zijn. Nu maar hopen, dat ons grafmonument gauw terugkomt. Met mooie letters en de fraaie foto, die we bij de uitvaart gebruikt hebben.

Nog steeds komen er hap-snap beelden langs mijn geestesoog, maar schrijven zonder een bepaalde lijn in mijn hoofd vind ik lastig. Tot zover dan maar.

Rust zacht pa en ma,

Willem, 23 september 2013

Ps : ik hoor zojuist, dat dit de „Week van de dementie" is. Ik hoop, dat zo’n initiatief ergens toe leidt. Hier is in ieder geval een link, die vragen omtrent dit onderwerp probeert te beantwoorden.

woensdag 18 september 2013

Zomaar wat gedachten

18 september 2013. Het is mijn vierde dag als wees. Wat is dat eigenlijk een naar woord en een naar gevoel. Het besef, dat ik verder moet zonder mijn lieve ouders, doet mij veel verdriet.

Ook het bericht, dat mijn oud-collega en kroegvriend Henk overleden is, doet mij weer filosoferen over het leven.

Waarom gaan al die mooie mensen weg? Het antwoord weet ik al jaren, maar dat helpt mij nu niet veel. Ja, we moeten plaats maken voor nieuwe mensen. Als dat systeem er niet was, hadden wij ook niet bestaan. Andere mooie mensen, die wij niet gekend hebben moesten ook weg. Hun verdriet hebben wij niet gekend, netzomin als zij onze zorgen kenden. En ook de jonge, gezonde kinderen van nu zullen ooit met hetzelfde bijltje moeten hakken. Ik noem het maar de continuïteit van de natuur, die alleen om het behoud van onze soort geeft en niet om individuen. Zo hoort het en zo zal het blijven. Maar wij mensen maken alles bewust mee en vinden het eigenlijk gewoon zonde van onze persoonlijkheid en alle kennis, die we opgedaan hebben.

De enige opdracht, die we hebben is er mee leren omgaan en onze kennis zo goed mogelijk doorgeven aan onze opvolgers, die we toch ook een mooi en lang leven gunnen.

Vandaag is de dag van het condoleren. Ik ben benieuwd, wie er de moeite nemen om naar onze vader en ons in Muiderberg te komen.

Gisteren ben ik voor het eerst in mijn uppie naar mijn vader gegaan, oa. om een mooie foto bij hem te plaatsen. Ik heb aan zijn zijde gestaan en tegen hem gesproken. Ook heb ik met mijn iPhone "Lili Marlene" gedraaid. Dat nummer vond hij zo mooi. Hij ging altijd (voor de zoveelste keer, maar dat gaf niet) de tekst uitleggen. Over hoop, dat je dierbare op je zal wachten "unter der Laterne". We draaien dat mooie nummer morgen ook tijdens de herdenkingsbijeenkomst in de voetbalkantine.

Het was heel vreemd, maar ook erg mooi om nog een keer samen te zijn. Uiteraard was ik zeer ontroerd en alleen mijn vader was in de buurt van mijn tranen. Ik heb bewust afscheid genomen. Ik kon bijna niet stoppen met kijken, maar vanaf nu wil ik dat niet meer. Nu is het goed. Nu zou van mij zijn kist gesloten mogen worden, maar daar denkt mijn broer Guus helaas anders over (ook mijn broer Hans wil een gesloten kist, maar we gaan er maar geen ruzie over maken). (Overigens ligt pa nu nog gewoon op zijn bed, dus zonder kist).

Dit is weer een vervreemdende tijd in mijn leven. Ik zal er zeker goed door komen, maar nu is het eventjes moeilijk.

Het is ook zo jammer. Eerst heb ik moeten leren, hoe je een dierbare soms wél soms niet serieus neemt, wat heel moeilijk is, en daarna kun je het niet meer toepassen. Hoewel…Toen ik gisteren even de Grote Zaal in liep, zag ik een lieve mevrouw, waarvan ik altijd dacht "Goh, wat is zij nog bij de tijd". Ik ging er van uit, dat zij mij kende en liet haar mijn foto zien. "Oh", zei ze, "is dat je vader? Woont hij hier"? Ik zei "Ja" en liet het maar zo. "Doe hem maar de hartelijke groeten van me", zei ze. "Ja", zei ik, "dat zal ik doen". Waarschijnlijk kan ik mijn kennis over omgang met demente mensen toch nog eens gebruiken. Mede omdat ik me vorige week als vrijwilliger bij de Zonnebloem heb opgegeven. Ik wilde dat al heel lang doen; maar wel jammer, dat ik mijn vader nu niet meer mee kan nemen naar leuke uitjes.

Willem, 18 september 2013