dinsdag 14 juli 2015

Heb ik soms suiker?




Geen sportman

Ik ben nooit een sportman geweest.
Ik wilde als kind op "gym", maar ik had al snel door, dat ik daar geen talent voor had. Maar mijn moeder zei: "Je wilde er op…nú blijf je er op… Dat heeft wel 8 jaar geduurd, denk ik.
Ik kon niks. Een salto over de kast eindigde steevast in een kopstoot tegen dat apparaat. Tot grote hilariteit van mijn kleine vriendjes.

Een bal schieten of opvangen kan ik niet. Niet met de hand, niet met de voet. Ik kan er een lang verhaal van maken, maar daar zou ik alsnog weer triest van worden, haha.

Ik zeg wel eens: "Als je van -achter-de-computer zitten- gezond zou worden, was ik beresterk. Maar nee, zo is het niet, je moet bewegen en dus had ik al jong een buikje. Mijn leeftijdsgenoten zeiden al, dat ik een bierbuik had lang voordat ik wist, hoe lekker die godendrank smaakt ;-)

In mijn werk had ik ook weinig beweging. Biertjes, lekker eten en snoepen, op zijn tijd een heerlijke snack; alle factoren voor een ongezond leven waren aanwezig. Gezondheidsadviezen sloeg ik de wind (doe ik nog steeds, eigenlijk ;-) )

Mijlpaal

14 juli 2006 reed ik, samen met Jolanda, met de auto voor het eerst naar het Aviodrome. Onderweg dacht ik bijna onbewust: zó ff piesen, ok. Maar al snel werd dat erger. Ik moest steeds 'nodiger' en binnen 5 minuten móest ik mijn auto parkeren en uitstappen. Ik stond krom van de pijn in mijn blaas, rechter kloot, rechter zijde en rug. Ik had geen idee, wat me overkwam.
Na 10 minuten zakte de pijn net zo snel weer weg als hij gekomen was.
Toch maar doorrijden naar Lelystad. Daar aangekomen kwam die vreselijke pijn weer terug en ging ditmaal niet meer over. Ik lag te rollen over de landingsbaan. Enfin, we lieten door het museum een ambulance bestellen en belandden in het ziekenhuis, alwaar er geen vliegtuig meer te zien was. Oeps, dat was niet mijn- en Jolanda's doel geweest.

Ik bleek een koliek te hebben, anders gezegd, ik had een niersteen! Vrouwen, die ik gesproken heb, vertelden mij uit persoonlijke ervaring, dat een niersteenaanval net zo pijnlijk is als van een kind bevallen! Wist ik dat als kerel ook eens…

Maar waar ik het hier eigenlijk over wil hebben is Suikerziekte, oftewel Diabetes. In dat ziekenhuis werd mij gevraagd of ik wist, dat ik Suikerziekte had. Uh…nee. "Dan weet je het nu", zei een snibbige verpleegster… Oeps…een nieuwe mijlpaal in mijn leven.

Waarom suiker in je bloed?

Iedereen heeft suiker in zijn- of haar bloed.
Om te kunnen bewegen gebruiken we onze spieren. Die spieren hebben energie nodig, dat komt uit ons voedsel. Je lichaam zet Koolhydraten om in suikers, voedingstoffen. Die worden, met behulp van het door de Alvleesklier (Pancreas) aangemaakte hormoon Insuline, tot de spieren toegelaten, waar zij bij inspanning verbrand worden.

Twee types

Je hebt twee types Suikerziekte, leerde ik mezelf:
Diabetes Mellitus Type 1 en 2.

Bij type 1 maak je vanaf je geboorte te weinig of geen Insuline aan. Die stof is dus noodzakelijk om de koolhydraten tot je spieren toe te laten.
Mensen met deze aandoening moeten zichzelf hun hele leven lang kunstmatig Insuline toedienen. Zij meten dagelijks hun Suikerspiegel en injecteren dan de juiste hoeveelheid Insuline. Dit moet op zeer regelmatige momenten gedaan worden. Heel naar, lijkt mij.

Bij Type 2 gaat het om "Ouderdomssuiker" of 'Overgewichtssuiker". Dat lopen de meeste levensgenieters op latere leeftijd op, maar komt steeds vaker voor bij jonge mensen.


Er kunnen twee problemen optreden bij de energievoorziening van je spieren: je krijgt een Hypo; er is te weinig suiker in je bloed of een Hyper; er is een teveel aan suiker.


Wat is het?

Mij werd het ooit zó uitgelegd: De Insuline is een sleuteltje, dat op een slotje op je spieren moet passen. Het sleuteltje opent de spier, zodat de voedingstoffen er in kunnen. Bij Type 2 maakt je Pancreas wél Insuline aan, maar werkt het het sleuteltje (bijvoorbeeld door overgewicht) niet goed meer. Oftewel: de Insuline laat de suikers niet meer binnen en de spieren worden slap bij gebrek aan energie. Let wel, al je spieren! Dat voelt wezenlijk anders aan dan een paar vermoeide benen na een fikse wandeling. Je hele lichaam is moe; tot aan je oogleden.
Ok. Dat is punt 1. Punt 2 is, dat de suiker (de koolhydraten) door je bloed naar je spieren wordt getransporteerd. Dat is een mooie, maar ook gevaarlijke uitvinding van de natuur. Want die suikers mogen maar een beperkte tijd in je bloed circuleren. Blíjven ze daar, dan komt er een teveel van in je bloed. De waarde van die hoeveelheid suiker heet de "Suikerspiegel''. Als je gezond bent (be happy!), ligt die waarde tussen de 5 en 6 (arbitrair; ik heb nu 7, en dat wordt ook goed gevonden). In het ziekenhuis van Lelystad bleek ik 18,3 te hebben. Much too much.

Punt 3

Teveel suiker in je bloed doet je nieren teveel vocht afscheiden. Daardoor ga je meer piesen, krijg je voortdurend dorst en ga je steeds meer drinken.

Punt 4 is, dat je zenuwen absoluut niet tegen al die suiker kunnen. Dat resulteert bijvoorbeeld in onverwachte, kortdurende scherpe pijnprikkels, slecht helende wondjes en ongevoelige zenuwen in je voeten, die er letterlijk kapot aan kunnen gaan.


Ook de enorm belangrijke oogzenuw kan (en zal) aangetast worden, als je er niets aan doet.

Al deze symptomen had ik. Dorst, veel plassen, 's avonds totaal uitgeput naar bed gaan, slecht zien (je schrikt je wild). En toch had ik het lange tijd niet door... Dat ik dus patient geworden was. Ik deed een test op Internet en de uitslag was: "Mooi, u heeft GEEN suiker!" Ik geloofde dat maar wat graag. Struisvogels, die we allemaal zijn.
Totdat ik er dus per ongeluk achter kwam.

Hoe is het nu, Willem?

Ik slik al jaren drie pillen, van 1000mg, per dag. Nadat ik de eerste in nam dacht ik: nu zal ik wel weer in slaap vallen na het eten, maar nee. Wonder boven wonder, de Metformine werkte! Werkte heel goed, al ben ik niet blij om medicijnen te moeten (blijven) slikken. Was ik nooit van plan geweest.
Maar ik kan er goed mee leven. Ik eet gewoon suiker, mag af en toe een biertje van mezelf (of twee… ;-) ) en ik voel me meestal redelijk goed.
De nierstenen dienen zich trouwens nog steeds, onregelmatig, aan. Leve de (Diclofenac) zetpil ;-)

Wat doe je er aan?

Na de constatering werd ik direct doorverwezen naar de diëtiste en de oogarts (voor een Fundus Foto, eens per jaar) Volgens mijn diëtiste zou ik in theorie(!) van de ziekte af kunnen komen, als ik een hele goede conditie zou opbouwen en op mijn ideale gewicht van 80 Kg zou komen en blijven.
Ik ging tegen mijn zin naar een sportschool en bracht mijn gewicht terug van 106 Kg tot 84 Kg. Ik voelde me daar prima bij, maar ik houd dat niet vol. Ik ben geen sportman, maar dat zei ik, geloof ik, al :-)

Advies


De moraal van dit verhaal: er is goed mee te leven, met Suikerziekte, maar je moet het wel weten, als je het hebt.
Herken je bovenstaande symptomen? Ga dan naar je huisarts, laat een snel vingerprikje doen en binnen een paar seconden weet je of je het hebt of niet.
Want onbehandelde Diabetes is levensgevaarlijk. Als je te lang wacht, moet je gelijk aan de Insuline injecties en dat gun ik niemand :-)

Willem Kroon, 14 juli 2015.

Ik stel jullie reacties zeer op prijs, maar hier reageren mislukt meestal. Stuur eventueel je commentaar naar willemkro@gmail.com :-)

maandag 6 juli 2015

ZomerNachtGedachten




Vrijdagnacht 4 juli 2015, 2:19h. Het is nog heerlijk weer, deze zwoele zomernacht. Ik heb alleen een mouwloos hempje aan.
Na mijn kroegbezoek rook ik ter afsluiting even een peukie op "de Hoek". Vóór mij ligt in alle rust de mooi verlichte brug.

Met een redelijke hoeveelheid alcohol in mijn bloed filosofeer ik als vanzelf over dit stukje Muiden:

Hier liepen nog niet zo lang geleden mijn ouders. En daar ging mijn vader iets langer geleden op zijn brommer naar Van Houten in Weesp. Als kind stonden wij hem hier wel eens op te wachten en zwaaiden dan naar hem. Maar hij zwaaide nooit terug tot onze teleurstelling. Als wij hem daarmee confronteerden, zei hij altijd, dat hij daar te druk met brommerrijden was; "Gevaarlijke Rot Bocht" noemde hij deze plek, haha.

Als kind liep ik hier met FL 1, 25 in mijn hand om voor mijn, toen nog rokende, moeder even een pakje Stuyvesant sigaretten te kopen bij melkboer Snel, die nog aan de deur kwam met "taptemelk" (losse melk uit een bus).

Over de brug fietste ik ooit voor het eerst naar de MULO in Weesp om mijn boeken op te halen, start van een heel nieuw leven.

Vriendjes van de lagere school, die hier vlakbij stond, gingen in koude winters glijden op de bevroren houten planken van deze brug. Ik durfde dat niet. Want ik kon dat niet. Ik ben altijd een beetje motorisch gestoord geweest, wat sport betreft. Ik stond langs de kant, dat gevoel kende ik toen al goed. Bij het teams kiezen in de gymzaal werd ik steevast als laatste gekozen of werd ik ingewisseld voor een andere stumperd.

Hier liep ik samen met Guus in mijn uniform van Crescendo, met mijn trommel voor mijn buik. In de puberteit wilde ik dat niet meer, ik schaamde me voor mijn leeftijdsgenoten, die me belachelijk maakten.

Wij noemden deze brug "De Brug van Klaas Portenge", naar de man met de gekromde rug, in blauwe overall, die de brug met de hand ophaalde. Eigenlijk heet hij de Amsterdamse Poortbrug. Hier reed ooit de Gooische StoomTram, briesend en vonken verliezend. Heel veel tramreizigers hebben dit punt ooit gepasseerd.


Waar ik nu zit was vroeger de stadswal. De brug was de poort naar Amsterdam, dat ook via de, aan de overkant liggende, Trekvaart met door paarden en mensen getrokken schepen bereikt kon worden. Die vaart hebben ze ooit eens met de hand uitgegraven. Moet een hele klus geweest zijn.
Het bruggetje vanaf het huis van van der Weijden naar het Kruitpad werd gesloopt en de vestinggracht werd iets verderop afgedamd, dat heet nog steeds de "Dam". Aan de overkant begonnen toen de polders en de rietlanden, waar mijn vader in zijn kindertijd speelde en voetbalde.


Hier begeleidde mijn vader mij op 7 mei 1975 om 6 uur 's ochtends naar de bushalte om voor mijn nummer op te komen. Je moest "met de eerste reisgelegenheid" naar je kazerne, de eerste dag.
Mijn fiets nam mijn vader al fietsend mee terug naar huis. Altijd als ik terug moest naar mijn kazerne vergezelde hij mij, die lieve man.

Vroeger ging Sinterklaas hier op zijn schimmel de hoek om. Toen durfde hij dat nog. Wij kleuters er klassikaal achter aan.

Ook de telefooncel, die hier heel lang stond zie ik nog zo voor me. Juist het telefoonnummer, dat je zocht was, altijd nét uit het boek gescheurd. En het stonk er altijd vreselijk, Geen idee, waarom, eigenlijk.


Hier wandelden ooit mijn grootouders en kwam mijn opa, Willem Kroon, uit Amsterdam (met de tram?) aan, omdat hij in Muiden gemobiliseerd werd. Daar kwam hij het mooiste meisje van Muiden tegen en daardoor besta ik en kan ik hier nu zitten peinzen.

Aan de overkant, bij het Plantsoen, stonden "die rotjongens" met Zündapps en Kreidlers de passanten in de maling te nemen. Ik durfde er met mijn, van mijn vader gekregen, simpele Batavus nauwelijks langs te rijden. Mijn brommer deugde niet in hun ogen. Als kind ben je daar te gevoelig voor.

Ook de Duitsers moeten hier gemarcheerd hebben. Onvoorstelbaar. Mijn vader kon daar mooie verhalen over vertellen. Ooit ontsnapte hij zelf aan een huiszoeking door de Moffen; wellicht rende hij op deze plek wel voor zijn leven.

En wie weet, hoe het er hier honderd, tweehonderd, vierhonderd of duizend jaar geleden uit zag? Dit is een oude plek, dat voel je, daar kan ik uren over nadenken.

Goeie gedachten, zo met een slokkie op. En dit is maar één van de vele boeiende plekken in Muiden.
Het mooie van in je geboorteplaats blijven wonen is, dat je gaat houden van elke straatsteen. Dat bevalt me

Hoe zou het er hier over honderd jaar uit zien? Daar ga ik bij een volgende borrel eens over fantaseren.
Nu naar bed.

Willem Kroon, Muiden, 5 juli 2015.




Lees Reacties op FaceBook

Ik stel jullie reacties zeer op prijs, maar hier reageren mislukt meestal. Stuur eventueel je commentaar naar willemkro@gmail.com of reageer op FaceBook :-)

zondag 31 mei 2015

Mijn website "Begraven in Muiden"


In 2008 zag ik eens een hele mooie website (zie hieronder: Link 1) over de graven van de Oude Kerk in Amsterdam. Momenteel zijn er op die site 8501 graven beschreven, in de nog steeds groeiende database.

Database…Tja, daar heb ik iets mee. Vraag me niet wat, maar vanaf mijn eerste poging tot programmeren op mijn Commodore 64 (1980) ging ik als vanzelf database programma's maken. Waarom? Geen idee, maar ik vind het prachtig om daar mee bezig te zijn.

Hierdoor kwam ik op het idee, om hetzelfde te gaan doen met de Algemene Begraafplaats in Muiden. Of nee, ik wilde álle graven in (de stad) Muiden online zetten. Dit omvatte de graven in de Hervormde Kerk, die op de Katholieke Begraafplaats en (dus) de hele Algemene Begraafplaats. Zodoende zou elk graf in Muiden op Internet te vinden zijn.


Hierboven: graf in de Hervormde Kerk

Ik twijfelde sterk, of dit wel een goed plan was. Zou ik niet teveel klachten krijgen? Mensen denken heel uiteenlopend over sterven en begraven. Ik kon het niet inschatten, maar nam uiteindelijk het besluit om het te gaan doen.
Ik bracht de hele site aanvankelijk achter een inlog, bezoekers moesten dan eerst lid worden. Maar dat idee beviel me niet. Teveel rompslomp. Ik ging een open en keurige site bouwen!

Hoe het kan, weet ik nóg niet, maar de beheerders van de Katholieke Begraafplaats kregen er lucht van... Zij mailden mij spontaan om me te vertellen, dat zij het niet wilden hebben, hun graven op mijn site, dus.
Ik informeerde bij de landelijke databases over graven in Nederland (zie hieronder: Link 3). Daar hoorde ik, dat mijn idee niet verboden was. Ik voeg in feite niets toe aan wat er al is. De graven zijn publiekelijk te bezoeken en de eigenschappen, die ik in de database zet, kan iedereen ook met eigen ogen aanschouwen.


Hierboven: graven op de katholieke Begraafplaats

Maar het zat me niet lekker en ik wilde niet over dit onderwerp in de clinch gaan liggen met ouderwets denkende Muiers, die ik op straat tegen zou kunnen komen.
Dan maar niet en dan ook maar niet de graven in de kerk. Hoewel ik mijn website begraveninmuiden.nl (zie hieronder: Link 2). noemde, heb ik alleen de Algemene Begraafplaats in kaart gebracht.

Vanaf december 2008 tot en met april 2009 bezocht ik bijna dagelijks de begraafplaats en maakte een paar duizend foto's. Van elk graf maak ik een "totaalshot" en een "close-up" van het grafopschrift.
Momenteel bevinden er zich 610 graven en 759 personen in mijn database.


Hierboven: de oude vormgeving.

Nadat een website gereed is gekomen ebt mijn interesse altijd weg. Maar deze site moet eigenlijk elke week bijgehouden worden. Dat schoot er een beetje bij in de laatste tijd. Ook vanwege de foute opstart met inlog was de site onnodig moeilijk aan te passen.
Daarom ben ik afgelopen winter begonnen om de website te vernieuwen en de database weer up-to-date te maken.
En dat is gelukt!


Omdat ik 3 jaar geleden een opleiding tot webdesigner volgde, is mijn kennis nu veel groter dan toen. Nu ik jQuery (programmeertaal,
zie hieronder: Link 4
) kan gebruiken is de website een stuk gebruikersvriendelijker geworden (vind ik, hoop ik :-) )

Verder gebruik ik (ff voor de insider) HTML 5 (voor een deel), CSS3, PHP en MySQL.
PHP ben ik niet zo goed gaan beheersen op school, als ik hoopte, maar met DreamWeaver Behaviours kom ik al jaren overal, waar ik zijn wil, hoewel ik eigenlijk liever Zend Technologies zou willen gebruiken. Zo, genoeg over techniek ;-)


Hierboven: er is ook een uitgebreide zoekpagina.

De site opent met een plattegrond van de begraafplaats. Als je met je muis over een graf gaat, popt de beschrijving van de begraven personen op. Als je vervolgens er op klikt, verschijnt er boven in beeld een weergave met veel grafgegevens. Bovendien blijft het gekozen graf knipperen, ter oriëntatie.
Je zoekgeschiedenis wordt opgeslagen in het "Pagememory", zodat je nog eens eenvoudig terug kunt navigeren naar dat ene graf, waarvan je niet meer weet, waar je dat zag.


Als je op "Urnenmuren" klikt worden de muren met de graven zichtbaar. Ook bij die graven krijg je een pop-upje met gegevens en er kan op geklikt worden.

Bovenin de site is een menubar met de mogelijkheden om omgevingsfoto's apart te bekijken, iets over de historie van Muiden en de begraafplaats te lezen en om een aantal filmpjes te bekijken.

Er is ook een mogelijkheid om iemand een directe link naar een graf te mailen (zie voorbeeld: link 5)

Ik ben zeer tevreden met het resultaat. Als je wilt, kun je in mijn ouderwetse GastenBoek schrijven, waar al veel lovende reacties staan.

Dood en begraven, het blijft een moeilijk onderwerp voor veel mensen, maar ik hoop met deze website velen een plezier te doen.
Of, zoals Charles Schiffel schreef: "…zo kan ik toch vanuit het verre Spanje mijn vader en andere oude bekenden bezoeken."

Ga naar BegraveninMuiden.nl :-)

Willem kroon, 30 mei 2015.



Ps: Ik mag het niet zeggen van mijn leraar Harald, maar de site werkt het beste op een 17 inch monitor of groter, in Google Chrome ;-)

Links:



*** Link 1 Oude Kerk, Amsterdam

*** Link 2 BegraveninMuiden.nl

*** Link 3 Landelijke database

*** Link 4 jQuery

*** Link 5 Link naar het graf van mijn ouders

dinsdag 10 februari 2015

Sociale contacten


23 jaar lang was ik beeldtechnicus. Dat is een technicus, die kortweg alle video-apparatuur in tv studio's aansluit en tijdens opnames en uitzendingen "in real time" de beeldkwaliteit van de camera's waarborgt, door middel van kleur- en contrast correcties; op lokatie of in vaste studio's. Een apart (en ondergewaardeerd) specialistisch vak. "Shader" wordt het ook wel genoemd.

Heel anders dan bij het werken op kantoor heb je als operationeel in een studio heel veel collega's, waarmee je in wisselende bezettingen samenwerkt.
In een gemiddelde ploeg zitten lichttechnici, een belichter, een lichtontwerper, een onderhoudstechnicus, een tape-operator of LSM bediende(?), een schakeltechnicus, een titel-operator, geluidstechnici voor de zaalversterking, microfoon-hengelaars, een hoofdgeluidstechnicus, een opnameleider, cameramensen, toneelmeesters, een autocue-bedienaar, operationeel assistenten en een project-manager, om maar wat
te noemen :-)
Ook ken je vele regisseurs, regie-assistentes, presentatoren en redaktie- productie- of cateringmedewerkers. Maar het meeste had ik toch met mijn directe collega's.

In al die vakgebieden zitten dus heel veel mensen, want er moet natuurlijk op meerdere plaatsen tegelijk tv gemaakt kunnen worden.

En dat tv maken is vaak lang wachten. Daardoor heb je heel veel tijd om elkaar tijdens gesprekken te leren kennen, al of niet met veel koffie er bij ;-)

Zo heb ik in de jaren enorm veel goeie mannen en vrouwen ontmoet, waar ik op de één of andere manier een fijne band mee heb opgebouwd.

Sinds mijn ontslag, in 2010, zie ik al die mensen nauwelijks meer. Ik mis ze. Zonder verwijten, overigens, zó gaat het nu eenmaal.

Op een enkele hele goeie vriend of vriendin na is het contact met hen verbroken en zit ik dagelijks tussen mijn vier vertrouwde muren nog slechts tegen mijn computer te kletsen...
Haha, geintje. Maar mijn sociale leven stelt niet veel meer voor, zeker nu ik ook al bijna niet meer in de kroeg kom.
FaceBook compenseert dit alles een beetje, maar haalt het natuurlijk niet bij echte ontmoetingen.


Dus…ik was heel blij vandaag, dat mijn vrienden
Dick Kamphuis en Hans Leideritz mij in cafe Ome Ko kwamen opzoeken om samen een gezellig bakkie koffie te drinken. En het valt me dan op, dat er geen vervreemding is. We kletsen gewoon door, waar we gebleven waren, over allerlei onderwerpen. Veel over "het werk" natuurlijk, maar dat vind ik niet erg. Ik kan dan ook weer eens mijn verhalen over vroeger kwijt, daar blijk ik meer behoefte aan te hebben dan ik soms denk.

Ik klaag niet en ik ben een tevreden mens, maar sociale contacten; daar kun je niet van ontslagen worden, die hebben we allemaal nodig :-)


Willem Kroon, 10 februari 2015.


vrijdag 30 januari 2015

RampenZender



In oktober 1987 bezocht ik in het kader van mijn opleiding tot beeldtechnicus de WereldOmroep.
We mochten overal kijken, in alle kantoren en studio's. Nou ja, alle?

Onze gids vertelde ons, dat er onder de grond van het complex nog vele geheime ruimtes bestonden, die in tijd van nood, lees een aanval met kernraketten, gebruikt konden worden. Het was tenslotte de tijd van de Koude Oorlog.
Maar een bezoekje daaraan hoorde niet bij onze rondleiding. Omdat ik, kennelijk, goed aandrong, mochten we er tóch heen.

Dat was wel heel bijzonder…De opzet was, dat er ten tijde van een atoombom op het VideoCentrum een noodvoorziening was, waar de vorst m/v zijn/haar onderdanen toch nog kon toespreken. Bij de ingang moest je al je kleren in een verbrandingsoven gooien, douchen en een, door de overheid verstrekte, overall aan trekken.

Dit proces werd dan ook nog eens herhaald, weer uitkleden, douchen enz. (WIJ hoefden dat overigens niet, haha)

Binnen waren er een complete radio- en een kleine, maar werkbare, tv studio gebouwd.

De vloer van de tv studio was verend opgehangen, zodat de camera's tijdens bombardementen niet al te veel bibberden. Aan alles was gedacht.
De zwart/wit camera's en alle apparatuur stond altijd aan en bevonden zich in een prima onderhouden conditie. Het mocht wat geld kosten.


Verder waren er verschillende slaapzalen met stapelbedden, waar de crews voor onbepaalde tijd konden verblijven. Fall out is tenslotte niet zomaar weer verdwenen.

Op mijn vraag, hoe er uitgezonden moest worden als de "Toren" plat lag, kreeg ik overigens geen antwoord, haha.

Al met al was dit een onwerkelijke ervaring...

Waarom dit verhaal?

Na de overval op de Journaalruimtes van gisteren maakt men zich zorgen over de "Rampenzender" functie van de NOS, cq. het Journaal.

Ik dacht direct aan die atoomstudio's. Bestaan ze nog? In ieder geval heeft men geen gebruik gemaakt van welke noodfaciliteit dan ook en was er een uur lang geen uitzending op Ned 1 en 2.

Ik geef je op een briefje, dat zo'n noodstudio vanaf nu heel snel gebouwd- of in gebruik genomen zal worden,

Willem Kroon, 30 januari 2015.

Ps: Ik lardeer mijn blogs gaarne met een aantal foto's, maar over de ondergrondse studio's is helaas niets te vinden.

*** Link: "Lees interessante reacties op FaceBook"

woensdag 21 januari 2015

Spitsstroken. Ik haat ze!

Of misschien moet ik zeggen, ik haat, hoe er mee om wordt gegaan.


Er is een principe, dat volgens mij geen naam heeft. Dat is het principe van reserve houden, marges nemen oftewel gewoon niet te ver gaan. Laat ik het "margedenken" noemen.
Ik ging er begin jaren '80 over nadenken. Ik had één van de eerste thuiscomputers, een Commodore 64. Het enige opslagmedium, dat er voor beschikbaar was, was een cassetterecorder.


Even iets opslaan ("save") duurde uren. Wat bleek: uit veiligheidsoverwegingen werd het bestand tweemaal op de band geschreven. Bij het laden werden beide files gelezen en met elkaar vergeleken. Als er geen verschil was tussen die bestanden, werd de file in orde bevonden. Opslaan op een tape geeft nu eenmaal een grote kans op fouten.
Er kwamen appjes beschikbaar, die de load- en savetijd halveerden.
De appjes schreven simpelweg maar 1 keer het bestand weg en verkorten op die manier de wachttijd met de helft.
Mijn punt is, dat de veiligheid werd opgeofferd voor comfort.

Er zijn vele voorbeelden van "niet margedenken”.



Bij de spoorwegen heeft men een hekel gekregen aan wissels(!). ProRail wil ze het liefst maar allemaal slopen. Ze kosten veel geld aan aanleg en onderhoud en worden meest van tijd niet gebruikt.
Maar als er een calamiteit is, zijn ze ineens heel handig om bijvoorbeeld een trein om te leiden. En de dienstregeling zou een stuk lastiger worden zonder al die wissels. Ook hier wordt iets opgeofferd; de flexibiliteit in het bestaande systeem.



En dan nu die spitsstroken. Vroeger, nog niet zo heel lang geleden, hadden snelwegen aan beide kanten een extra rijstrook: de altijd aanwezige, veilige, vluchtstrook. Dit kostte heel veel extra asfalt, waar zelden of nooit op gereden werd. Zonde!



Als je in de file stond zag je die vluchtstroken, waar je niet op mocht rijden. Wat jammer toch, moet een genie gedacht hebben. Waarom deze stoken niet gewoon in gebruik genomen tijdens files? Gratis weguitbreiding! Het lijkt een logisch voorstel…

Om de flexabiliteit te garanderen kwamen er om de zoveel meter poorten boven de wegen met signaleringen, die aangeven of de vlucht/spitsstrook open of dicht is.
Maar wat nou, als er iemand pech krijgt? Wel, ergens in Nederland is een controlekamer, waarin mensen via honderden camera's meekijken, of alles goed gaat. Staat er iemand stil, dan moet de rijbaan direct "afgekruisd" worden, oftwel gesloten worden. Er komt een rood kruis boven de baan te staan.
Camera's kunnen maar een beperkt gebied bestrijken en dus staan er heel veel poorten over de wegen met nog veel meer camera's erop.



Hoe werkt dit nu in de praktijk? Ik zou verwachten, dat de spitststroken normaal gesloten zijn en opengesteld worden bij files…Niet dus. Ook op momenten, dat er weinig verkeer is, staan de spitstsroken open. Is dat erg dan? JA!
Want juist als het verkeer snel rijdt heb je gewoon een vluchtstrook nodig, waar je in volle snelheid met een afgeslagen motor naar toe kunt rijden en uit de stroom kunt ontsnappen.
Bij mist, files en langzaam rijdend verkeer is motorpech veel minder een probleem en kunnen de spitsstroken wél veilig gebruikt worden. En dáár waren ze ook juist voor bedacht.

Resumé:

* Onder "normale" omstandigheiden (geen files) is er tóch vaak geen vluchtstrook meer tot onze beschikking.

* Als de spitstroken open zijn moet er verplicht iemand continu op zijn monitoren kijken; zonder voldoende personeel mag het systeem niet gebruikt worden. Hele teams van controleurs kijken dus mee op momenten, dat de spitsstroken helemaal niet nodig zijn! Duur en overbodig.

* Er wordt dus veel geld weggesmeten om de spitsstroken te openen en tevens de veiligheidsfunctie van de (verdwenen) vluchtstroken te handhaven.

* Bij mist worden de extra stroken gesloten, omdat men dan niet genoeg zicht heeft op de rijbanen! Precies op het moment, dat je ze juist wél wilt gebruiken, omdat er dan sneller files ontstaan.



* Als gevolg van dit systeem moeten we nu soms over doorgetrokken strepen rijden! Vooral bij afritten levert dit verwarrende en dus gevaarlijke situaties op. Mensen, die tóch op de "gewone" baan blijven rijden worden rechts ingehaald, wat de veiligheid ook niet bevordert…

* De (marges in de) verkeersveilgheid wordt opgeofferd aan meer wegcapaciteit. Ook dit is "niet margedenken".

* De stroken lagen er al, maar goedkoop is deze oplossing toch echt niet.

* Wat is de winst? Zijn de files er echt korter door geworden? Ik merk er niets van.

Anders gezegd; ik ben bang op wegen met spitsstroken. Ik probeer tijdens het rijden bij te houden, waar er een vluchtstrook beschikbaar is en waar ik eventueel de verkeerststroom kan verlaten. Dat kan helaas steeds minder vaak.
Dit systeem moet ongelukken opleveren, maar daar horen we pas veel later over, verwacht ik…

Mijn advies: ze zijn er nu eenmaal, maar open de spitsstroken alléén als het nodig is…bij files!

Willem Kroon, 21 januari 2015.

Ps:

* Overigens zijn de rijbaansignaleringen WEL erg nuttig bij het waarschuwen voor files.
* Ik heb de indruk, dat het systeem van spitsstroken vooral (hier) in de Randstad toegepast word.

woensdag 7 januari 2015

NS bashing


Er wordt heel wat af gemopperd in dit land, ook door mij.

Maar hier wil ik een keer een lans breken voor al die prima vakmensen, die bij de Spoorwegen werken.
Meteen maar een uitleg: de vroegere NS is door de overheid ooit opgesplitst in twee hoofdbedrijven, NS (dienstregeling) en ProRail (infrastructuur: rails, wissels enz.). Dat besluit is niet verstandig geweest en er zijn al geluiden om die opdeling terug te draaien.

Er gaat een hoop mis op het spoor. Niet zozeer ongelukken als wel vertragingen, te weinig reis- en storingsinformatie, enz.


De mensen in die leuke rood en blauwe uniforms, die je op de stations ziet lopen, de servicemedewerkers, diezelfde mensen, zaten vroeger comfortabel in hun burgerkleren achter hun loket. Zij verkochten alle kaartjes, die je maar kon bedenken, lokaal en internationaal. Ook kon je met al je vragen bij hen terecht. De loketten waren voor de reizigers het hart van het spoorbedrijf.


Door de opkomst van Internet en de OV Chipkaart is dat alles veranderd. NS wil dat hun klanten zoveel mogelijk thuis hun (internationale) reis regelen en automaten gebruiken.
De lokettisten moesten achter hun desk vandaan komen en worden nu geacht al wandelend hun klanten van informatie te voorzien en hen te helpen bij de, voor velen lastige, kaartautomaten om een ticket te bemachtigen; een degeneratie van hun vak. Geloof me, die lokettisten deden dat liever op hun oude stek, waar zij zelf het kaartje konden aanmaken en alle informatie bij de hand hadden.


De informatie op de borden boven de perrons (de zg. "CTA bakken") deugt vaak niet, maar dat wordt verzorgd door ProRail. Daar kunnen de NS medewerkers echt niets aan doen.

"NS bashing", oftwel schelden op de Spoorwegen is langzamerhand een nationale volkssport geworden, aangevoerd door het NOS Journaal, dat zich altijd uitput om alle negatieve berichten zoveel mogelijk op een rijtje te zetten en de "vox populi" (de mens op straat) gebruikt om de klachten te spuien. Heel vreemd voor wat een journalistiek en dus objectief medium zou moeten zijn…

Bedenk, dat de NS medewerkers geen invloed uit kunnen oefenen op het bedrijfsbeleid. Bovendien werken zij niet voor ProRail, dat vaak de oorzaak is van de vertragingen.
Doe (juist) eens extra aardig tegen die spoorman- of vrouw. Ze zijn je nog altijd graag van dienst!

En lees wellicht DIT blog, waar het één en ander nog eens veel beter uitgelegd wordt dan ik het ooit zou kunnen: Blog: "Haha! Eén sneeuwvlokje!"

zondag 28 december 2014

Jaartelling


Egypte, oudejaarsavond 31 december 69 voor Christus, onder de pyramide:

Cleopatra : "Gelukkig 70, schat”.

Julius Ceasar: "Nee, gelukkig 68”.

*** Link: ”Lees reacties op FaceBook"

dinsdag 23 december 2014

Ik zag een spook


Gisteren zag ik voor het eerst van mijn leven een spook…

Toen mijn moeder van de trap was gevallen, beschadigde zij een paar ruggewervels en kwam in het ziekenhuis terecht. Daar kreeg zij vermoedelijk een delier . Ze zag waanbeelden.
Dit verergerde snel en later herkende zij mijn vader, de man met wie zij 60 jaar getrouwd was, niet meer. Ze zag hem als een vervelende concurrent voor haar echte man; de indringer bemoeide zich overal mee en deed steeds vervelender tegen haar.
Mijn verklaring was, dat zij een jonge versie van mijn vader in haar hoofd had en dat die oude man nooit haar "prins" kon zijn, zoals zij hem wel eens noemde in haar dagboeken.
Het liep uit de hand en mijn moeder sloot zichzelf soms op uit angst voor die vreemde kerel, waarop mijn vader steeds lelijker tegen haar ging doen, omdat hij er niets van begreep.

Begrijpen? Nee, dat is heel moeilijk. Mijn ouders begrepen elkaar niet meer en wij, hun kinderen, konden ook niet bevatten, wat er allemaal in hun hoofden speelde.

Mijn jongste broer Kees is al ruim 25 jaar schizofreen. Ook hij ziet al heel lang zaken, die er niet zijn. Hij heeft er mee om leren gaan, maar ik moet er niet aan denken, om in mijn hoofd mee te maken, wat hij allemaal beschrijft. No escape.

Ik denk er al heel lang over na.
Dat je dingen ziet, die niet kunnen bestaan? Ok. Maar er moet toch een soort overkoepelend bewustzijn bestaan, dat zegt, dat je waarnemingen vals zijn, moeten zijn? Een soort eindredakteur, die zijn verstand niet kan verliezen en het overzicht houdt? Je eigenste, altijd slimme, IK?
Hoe kan een mens er bijvoorbeeld van overtuigd zijn, dat hij de maan kan laten verdwijnen, zoals Kees mij ooit demonstreerde? Hoe kon hij denken, dat het zijn gedachten waren, die de wereld beïnvloedden? (en niet gewoon de wolken, zoals hier het geval was).


Als ik bij mijn vriendin ben, rook ik vaak een sigaretje op de galerij. Vanaf 6 hoog heb je daar een fraai uitzicht over Bussum. Gisterenavond, het was donker en het stormde, zag ik in de verte een man staan voor een haag. Hij bukte zich steeds en zwaaide wild met zijn armen. Het tafereel herhaalde zich voordurend. Wat een rare kerel!
Maar toen ik nog eens goed keek, concludeerde ik, dat het gewoon struiken waren, die mee bewogen in de wind! Het gekke was, dat ik zowel de man als de struiken kon zien. Afwisselend. Ik kon beide beelden in mijn hersenen projecteren.

Niks aan de hand zou je zeggen. Ik ben niet gek en ik wist inmiddels, dat het allemaal een zinsbegoocheling was. Klaar. Niets om je ongerust over te maken. Mijn overkoepelende geest zei: "No worries".
Toch bleef ik maar kijken…Als ik het mannetje zag, was hij echt! En ik vond hem zelfs eng…
Dat had ik nu nooit gedacht. Ik verwachtte altijd, dat als je met een waanbeeld afgerekend had, dat je dan niet meer bang kon worden. Maar wél dus.

Ik heb nu enerzijds meer begrip en respect gekregen voor mensen, die spoken zien, maar anderzijds ben ik bang geworden. Ook mij kan het dus overkomen, dat ik angst krijg voor een illusie, waavan ik nu weet, dat het gewoon een berkeboom met lange zwaaiende takken was, zoals vandaag bij daglicht bleek.

Bij dementerenden en geesteszieke mensen komt het gezonde besef nooit meer terug; denk daar aan, als je met hen te maken hebt,

Willem Kroon, 22 december 2014.

woensdag 17 december 2014

InterNet is de Robot


Robots. We hebben er allemaal wel een voorstelling van, denk ik.

In onze dromen over intelligente wezens, die niet onder de noemer Homo Sapiens vallen, fantaseren we toch vaak over mensachtige creaturen, ook wel "humanoids" genoemd.
Zij lopen net als wij rechtop en hebben benen, een romp, armen en vooral een afschrikwekkend gezicht. Brrrr, dat is griezelen! Eigenlijk zijn we misschien wel gewoon bang voor onszelf.

Tja, er zijn tegenwoordig stofzuigrobots, die niets menselijk vertonen; zij rijden op rubber wieltjes door je huiskamer en presteren overigens maar matig, maar er bestaan ook mechanische poppen, die er zó aandoenlijk uit zien en zó leuk reageren, dat bijvoorbeeld oudere mensen er zeer van gecharmeerd zijn en er echt goed gezelschap aan hebben.

Isaac Asimov was een van de eerste en mischien wel één van de beste schrijvers, die uitgebreid nadacht over robots. Karel Čapek vond die naam uit. (* zie Trivia, hieronder).
Om de (nog altijd heersende) angst weg te nemen, dat robots ooit wel eens de macht over zouden kunnen nemen, introduceerde Asimov de 3 wetten van de robotica. (Lees "Ik, Robot” ("I, Robot", 1950)).

Eerste Wet
- Een robot mag een mens geen letsel toebrengen of door niet te handelen toestaan, dat een mens letsel oploopt.
Tweede Wet
- Een robot moet de bevelen uitvoeren, die hem door mensen gegeven worden, behalve als die opdrachten in strijd zijn met de Eerste Wet.
Derde Wet
- Een robot moet zijn eigen bestaan beschermen, voor zover die bescherming niet in strijd is met de Eerste of Tweede Wet.

Kortom, als je deze wetten in het brein van een robot zou inbouwen, dan zou het apparaat een moraal meekrijgen, waarnaar hij/zij/het zich kon richten, als er een situatie zou ontstaan, waarin de loyaliteit van de robot aan de mens in het gedrag zou kunnen komen.
Deze voorstelling van zaken was uiteraard een mooi gegeven voor de schrijver om juist van alles mis te laten gaan in het leven van een ontspoorde robot en daar dan weer spannende verhalen over te schrijven. Maar over deze wetten wordt nog steeds serieus nagedacht door moderne wetenschappers en filosofen.

Een apparaat, dat kan rondlopen, praten, diensten kan verlenen, EN…zichzelf kan voeden en zich kan voortplanten, cq. zichzelf kan nabouwen…
…de Robot. Een griezelige gedachte. De techniek zou ons kunnen gaan overheersen...


Maar IS dit scenario wel het juiste toekomstbeeld?

Eind jaren '90 kwam de ontwikkeling van het Internet in een stroomversnelling. Het bestond al een tijdje en aanvankelijk werd het alleen gebruikt door nerds, maar spoedig ging de "gewone burger" het ook toepassen. Emails versturen en surfen werd populair en tegenwoordig is het Net niet meer weg te denken uit het moderne leven. Maar daar bleef het niet bij. Via Internet kun je ook allerlei apparatuur aansturen, van je thermostaat thuis tot bijvoorbeeld grote koelinstallaties van bedrijven.
Ik vergeet nooit, dat ik op mijn werk het bekende nummer 4800 belde om de temperatuur in Studio 2 een beetje te laten zakken. Vroeger liep er dan een mannetje in een overall naar de regelknoppen en draaide er aan. Nu kreeg ik via een heel slechte verbinding een man, rijdend in zijn auto, aan de lijn: "Ja, ok, als ik thuis ben, zal ik mijn laptop ff opstarten en dan regel ik jullie temperatuur"…
Dát was voor mij de kentering, de wereld was veranderd. Voortaan deden we alles ONLINE.

Bedrijven hadden al eerder interne netwerken, die al hun computers met elkaar verbonden, maar later werden die netwerken allemaal gekoppeld met Internet. Vaak ik begreep ik dat wel, maar nog vaker niet.
Stel je voor: vanaf een centraal punt kunnen meerdere sluizen bediend worden. De commando's gaan via Internet, dat werkt prachtig. Maar waarom via het Internet?? Waarom niet via een eigen intern net? Nu kunnen de sluizen in Appingedam ook door een malle Japanner in Tokio geopend worden! Dat op afstand kunnen ontregelen geldt in principe, bijvoorbeeld, ook voor kerncentrales.
Alle technische installaties hangen aan het Net. Maar ook ontzettend veel databases. De hackende malle Japanner kan ook vanaf zijn sofa in mijn Sociale Dienst gegevens wroeten.
Uiteraard moet ik erbij zeggen, dat al die systemen van huis uit beveiligd zijn, maar in de praktijk stelt dat vaak weinig tot niets voor.

Kwaadwillenden kunnen via een zogenaamde DOS aanval ("Denial of Service") hele bedrijven lam leggen. Als dat een elektriciteitscentrale betreft, zal een heel gebied tijdelijk terugvalen tot het stenen tijdperk. DOS aanvallen zijn een machtig wapen geworden. Onze banken hebben er dagelijks mee te maken.
Wat, als computers zelfstandig zo'n aanval beginnen?

We zijn slaven geworden van een systeem, HET SYSTEEM. Winkels, postkantoren, geldautomaten etc., we halen ze zelf weg, maar eigenlijk dwingt het Net ons daartoe. "Doe maar online" is de gevleugelde uitspraak geworden.

Voorbeelden te over. Maar wat ik wilde zeggen : onze bewust gecreëerde afhankelijkheid van Internet, de enorme schendingen van onze privacy en het feit, dat we nooit meer terug kunnen keren naar de oude toestand…
Dat zijn de robots! Dat overheerst ons!
Ook als je grote delen van het Net plat bombardeert, zal het gewoon blijven werken, dankzij de militaire opzet ervan.
Internet is de veelkoppige versie van het monster van Frankenstein. De losse onderdelen stellen niets voor…maar het geheel is gevaarlijk.

Hoe bouw je de 3 robotwetten bij het WereldWijde Web in? Geen idee.
Ooit zal het Internet een globaal bewustzijn ontwikkelen en zich verzetten tegen zijn uitschakeling!? :-)

Willem Kroon, 17 december 2014.

Trivia:

- Het woord robot werd voor het eerst gebruikt door de Tsjechische schrijver Karel Čapek in zijn toneelstuk R.U.R. (Rossum's Universele Robots) (1920) en is afgeleid van het Tsjechische woord robota, dat 'werk' of 'verplichte arbeid’ betekent.
- In een ingezonden brief in Lidové Noviny (een Tsjechisch dagblad) in 1933 vertelt Karel Čapek dat het woord door zijn broer Josef is verzonnen.
- De schrijver Isaac Asimov, die in zijn boeken de hele kosmos door vloog, had vliegangst, haha (net als ik) :-)

*** Link: Isaac Asimov

*** Link: I robot

*** Link: De Robot Wetten

*** Link: DOS aanval

*** Link: Cyberoorlog

*** Link: Grootschallige cyberaanvallen tegen de NAVO kunnen met militair geweld worden beantwoord.