dinsdag 23 december 2014

Ik zag een spook


Gisteren zag ik voor het eerst van mijn leven een spook…

Toen mijn moeder van de trap was gevallen, beschadigde zij een paar ruggewervels en kwam in het ziekenhuis terecht. Daar kreeg zij vermoedelijk een delier . Ze zag waanbeelden.
Dit verergerde snel en later herkende zij mijn vader, de man met wie zij 60 jaar getrouwd was, niet meer. Ze zag hem als een vervelende concurrent voor haar echte man; de indringer bemoeide zich overal mee en deed steeds vervelender tegen haar.
Mijn verklaring was, dat zij een jonge versie van mijn vader in haar hoofd had en dat die oude man nooit haar "prins" kon zijn, zoals zij hem wel eens noemde in haar dagboeken.
Het liep uit de hand en mijn moeder sloot zichzelf soms op uit angst voor die vreemde kerel, waarop mijn vader steeds lelijker tegen haar ging doen, omdat hij er niets van begreep.

Begrijpen? Nee, dat is heel moeilijk. Mijn ouders begrepen elkaar niet meer en wij, hun kinderen, konden ook niet bevatten, wat er allemaal in hun hoofden speelde.

Mijn jongste broer Kees is al ruim 25 jaar schizofreen. Ook hij ziet al heel lang zaken, die er niet zijn. Hij heeft er mee om leren gaan, maar ik moet er niet aan denken, om in mijn hoofd mee te maken, wat hij allemaal beschrijft. No escape.

Ik denk er al heel lang over na.
Dat je dingen ziet, die niet kunnen bestaan? Ok. Maar er moet toch een soort overkoepelend bewustzijn bestaan, dat zegt, dat je waarnemingen vals zijn, moeten zijn? Een soort eindredakteur, die zijn verstand niet kan verliezen en het overzicht houdt? Je eigenste, altijd slimme, IK?
Hoe kan een mens er bijvoorbeeld van overtuigd zijn, dat hij de maan kan laten verdwijnen, zoals Kees mij ooit demonstreerde? Hoe kon hij denken, dat het zijn gedachten waren, die de wereld beïnvloedden? (en niet gewoon de wolken, zoals hier het geval was).


Als ik bij mijn vriendin ben, rook ik vaak een sigaretje op de galerij. Vanaf 6 hoog heb je daar een fraai uitzicht over Bussum. Gisterenavond, het was donker en het stormde, zag ik in de verte een man staan voor een haag. Hij bukte zich steeds en zwaaide wild met zijn armen. Het tafereel herhaalde zich voordurend. Wat een rare kerel!
Maar toen ik nog eens goed keek, concludeerde ik, dat het gewoon struiken waren, die mee bewogen in de wind! Het gekke was, dat ik zowel de man als de struiken kon zien. Afwisselend. Ik kon beide beelden in mijn hersenen projecteren.

Niks aan de hand zou je zeggen. Ik ben niet gek en ik wist inmiddels, dat het allemaal een zinsbegoocheling was. Klaar. Niets om je ongerust over te maken. Mijn overkoepelende geest zei: "No worries".
Toch bleef ik maar kijken…Als ik het mannetje zag, was hij echt! En ik vond hem zelfs eng…
Dat had ik nu nooit gedacht. Ik verwachtte altijd, dat als je met een waanbeeld afgerekend had, dat je dan niet meer bang kon worden. Maar wél dus.

Ik heb nu enerzijds meer begrip en respect gekregen voor mensen, die spoken zien, maar anderzijds ben ik bang geworden. Ook mij kan het dus overkomen, dat ik angst krijg voor een illusie, waavan ik nu weet, dat het gewoon een berkeboom met lange zwaaiende takken was, zoals vandaag bij daglicht bleek.

Bij dementerenden en geesteszieke mensen komt het gezonde besef nooit meer terug; denk daar aan, als je met hen te maken hebt,

Willem Kroon, 22 december 2014.

3 opmerkingen: