zondag 28 december 2014

Jaartelling


Egypte, oudejaarsavond 31 december 69 voor Christus, onder de pyramide:

Cleopatra : "Gelukkig 70, schat”.

Julius Ceasar: "Nee, gelukkig 68”.

*** Link: ”Lees reacties op FaceBook"

dinsdag 23 december 2014

Ik zag een spook


Gisteren zag ik voor het eerst van mijn leven een spook…

Toen mijn moeder van de trap was gevallen, beschadigde zij een paar ruggewervels en kwam in het ziekenhuis terecht. Daar kreeg zij vermoedelijk een delier . Ze zag waanbeelden.
Dit verergerde snel en later herkende zij mijn vader, de man met wie zij 60 jaar getrouwd was, niet meer. Ze zag hem als een vervelende concurrent voor haar echte man; de indringer bemoeide zich overal mee en deed steeds vervelender tegen haar.
Mijn verklaring was, dat zij een jonge versie van mijn vader in haar hoofd had en dat die oude man nooit haar "prins" kon zijn, zoals zij hem wel eens noemde in haar dagboeken.
Het liep uit de hand en mijn moeder sloot zichzelf soms op uit angst voor die vreemde kerel, waarop mijn vader steeds lelijker tegen haar ging doen, omdat hij er niets van begreep.

Begrijpen? Nee, dat is heel moeilijk. Mijn ouders begrepen elkaar niet meer en wij, hun kinderen, konden ook niet bevatten, wat er allemaal in hun hoofden speelde.

Mijn jongste broer Kees is al ruim 25 jaar schizofreen. Ook hij ziet al heel lang zaken, die er niet zijn. Hij heeft er mee om leren gaan, maar ik moet er niet aan denken, om in mijn hoofd mee te maken, wat hij allemaal beschrijft. No escape.

Ik denk er al heel lang over na.
Dat je dingen ziet, die niet kunnen bestaan? Ok. Maar er moet toch een soort overkoepelend bewustzijn bestaan, dat zegt, dat je waarnemingen vals zijn, moeten zijn? Een soort eindredakteur, die zijn verstand niet kan verliezen en het overzicht houdt? Je eigenste, altijd slimme, IK?
Hoe kan een mens er bijvoorbeeld van overtuigd zijn, dat hij de maan kan laten verdwijnen, zoals Kees mij ooit demonstreerde? Hoe kon hij denken, dat het zijn gedachten waren, die de wereld beïnvloedden? (en niet gewoon de wolken, zoals hier het geval was).


Als ik bij mijn vriendin ben, rook ik vaak een sigaretje op de galerij. Vanaf 6 hoog heb je daar een fraai uitzicht over Bussum. Gisterenavond, het was donker en het stormde, zag ik in de verte een man staan voor een haag. Hij bukte zich steeds en zwaaide wild met zijn armen. Het tafereel herhaalde zich voordurend. Wat een rare kerel!
Maar toen ik nog eens goed keek, concludeerde ik, dat het gewoon struiken waren, die mee bewogen in de wind! Het gekke was, dat ik zowel de man als de struiken kon zien. Afwisselend. Ik kon beide beelden in mijn hersenen projecteren.

Niks aan de hand zou je zeggen. Ik ben niet gek en ik wist inmiddels, dat het allemaal een zinsbegoocheling was. Klaar. Niets om je ongerust over te maken. Mijn overkoepelende geest zei: "No worries".
Toch bleef ik maar kijken…Als ik het mannetje zag, was hij echt! En ik vond hem zelfs eng…
Dat had ik nu nooit gedacht. Ik verwachtte altijd, dat als je met een waanbeeld afgerekend had, dat je dan niet meer bang kon worden. Maar wél dus.

Ik heb nu enerzijds meer begrip en respect gekregen voor mensen, die spoken zien, maar anderzijds ben ik bang geworden. Ook mij kan het dus overkomen, dat ik angst krijg voor een illusie, waavan ik nu weet, dat het gewoon een berkeboom met lange zwaaiende takken was, zoals vandaag bij daglicht bleek.

Bij dementerenden en geesteszieke mensen komt het gezonde besef nooit meer terug; denk daar aan, als je met hen te maken hebt,

Willem Kroon, 22 december 2014.

woensdag 17 december 2014

InterNet is de Robot


Robots. We hebben er allemaal wel een voorstelling van, denk ik.

In onze dromen over intelligente wezens, die niet onder de noemer Homo Sapiens vallen, fantaseren we toch vaak over mensachtige creaturen, ook wel "humanoids" genoemd.
Zij lopen net als wij rechtop en hebben benen, een romp, armen en vooral een afschrikwekkend gezicht. Brrrr, dat is griezelen! Eigenlijk zijn we misschien wel gewoon bang voor onszelf.

Tja, er zijn tegenwoordig stofzuigrobots, die niets menselijk vertonen; zij rijden op rubber wieltjes door je huiskamer en presteren overigens maar matig, maar er bestaan ook mechanische poppen, die er zó aandoenlijk uit zien en zó leuk reageren, dat bijvoorbeeld oudere mensen er zeer van gecharmeerd zijn en er echt goed gezelschap aan hebben.

Isaac Asimov was een van de eerste en mischien wel één van de beste schrijvers, die uitgebreid nadacht over robots. Karel Čapek vond die naam uit. (* zie Trivia, hieronder).
Om de (nog altijd heersende) angst weg te nemen, dat robots ooit wel eens de macht over zouden kunnen nemen, introduceerde Asimov de 3 wetten van de robotica. (Lees "Ik, Robot” ("I, Robot", 1950)).

Eerste Wet
- Een robot mag een mens geen letsel toebrengen of door niet te handelen toestaan, dat een mens letsel oploopt.
Tweede Wet
- Een robot moet de bevelen uitvoeren, die hem door mensen gegeven worden, behalve als die opdrachten in strijd zijn met de Eerste Wet.
Derde Wet
- Een robot moet zijn eigen bestaan beschermen, voor zover die bescherming niet in strijd is met de Eerste of Tweede Wet.

Kortom, als je deze wetten in het brein van een robot zou inbouwen, dan zou het apparaat een moraal meekrijgen, waarnaar hij/zij/het zich kon richten, als er een situatie zou ontstaan, waarin de loyaliteit van de robot aan de mens in het gedrag zou kunnen komen.
Deze voorstelling van zaken was uiteraard een mooi gegeven voor de schrijver om juist van alles mis te laten gaan in het leven van een ontspoorde robot en daar dan weer spannende verhalen over te schrijven. Maar over deze wetten wordt nog steeds serieus nagedacht door moderne wetenschappers en filosofen.

Een apparaat, dat kan rondlopen, praten, diensten kan verlenen, EN…zichzelf kan voeden en zich kan voortplanten, cq. zichzelf kan nabouwen…
…de Robot. Een griezelige gedachte. De techniek zou ons kunnen gaan overheersen...


Maar IS dit scenario wel het juiste toekomstbeeld?

Eind jaren '90 kwam de ontwikkeling van het Internet in een stroomversnelling. Het bestond al een tijdje en aanvankelijk werd het alleen gebruikt door nerds, maar spoedig ging de "gewone burger" het ook toepassen. Emails versturen en surfen werd populair en tegenwoordig is het Net niet meer weg te denken uit het moderne leven. Maar daar bleef het niet bij. Via Internet kun je ook allerlei apparatuur aansturen, van je thermostaat thuis tot bijvoorbeeld grote koelinstallaties van bedrijven.
Ik vergeet nooit, dat ik op mijn werk het bekende nummer 4800 belde om de temperatuur in Studio 2 een beetje te laten zakken. Vroeger liep er dan een mannetje in een overall naar de regelknoppen en draaide er aan. Nu kreeg ik via een heel slechte verbinding een man, rijdend in zijn auto, aan de lijn: "Ja, ok, als ik thuis ben, zal ik mijn laptop ff opstarten en dan regel ik jullie temperatuur"…
Dát was voor mij de kentering, de wereld was veranderd. Voortaan deden we alles ONLINE.

Bedrijven hadden al eerder interne netwerken, die al hun computers met elkaar verbonden, maar later werden die netwerken allemaal gekoppeld met Internet. Vaak ik begreep ik dat wel, maar nog vaker niet.
Stel je voor: vanaf een centraal punt kunnen meerdere sluizen bediend worden. De commando's gaan via Internet, dat werkt prachtig. Maar waarom via het Internet?? Waarom niet via een eigen intern net? Nu kunnen de sluizen in Appingedam ook door een malle Japanner in Tokio geopend worden! Dat op afstand kunnen ontregelen geldt in principe, bijvoorbeeld, ook voor kerncentrales.
Alle technische installaties hangen aan het Net. Maar ook ontzettend veel databases. De hackende malle Japanner kan ook vanaf zijn sofa in mijn Sociale Dienst gegevens wroeten.
Uiteraard moet ik erbij zeggen, dat al die systemen van huis uit beveiligd zijn, maar in de praktijk stelt dat vaak weinig tot niets voor.

Kwaadwillenden kunnen via een zogenaamde DOS aanval ("Denial of Service") hele bedrijven lam leggen. Als dat een elektriciteitscentrale betreft, zal een heel gebied tijdelijk terugvalen tot het stenen tijdperk. DOS aanvallen zijn een machtig wapen geworden. Onze banken hebben er dagelijks mee te maken.
Wat, als computers zelfstandig zo'n aanval beginnen?

We zijn slaven geworden van een systeem, HET SYSTEEM. Winkels, postkantoren, geldautomaten etc., we halen ze zelf weg, maar eigenlijk dwingt het Net ons daartoe. "Doe maar online" is de gevleugelde uitspraak geworden.

Voorbeelden te over. Maar wat ik wilde zeggen : onze bewust gecreëerde afhankelijkheid van Internet, de enorme schendingen van onze privacy en het feit, dat we nooit meer terug kunnen keren naar de oude toestand…
Dat zijn de robots! Dat overheerst ons!
Ook als je grote delen van het Net plat bombardeert, zal het gewoon blijven werken, dankzij de militaire opzet ervan.
Internet is de veelkoppige versie van het monster van Frankenstein. De losse onderdelen stellen niets voor…maar het geheel is gevaarlijk.

Hoe bouw je de 3 robotwetten bij het WereldWijde Web in? Geen idee.
Ooit zal het Internet een globaal bewustzijn ontwikkelen en zich verzetten tegen zijn uitschakeling!? :-)

Willem Kroon, 17 december 2014.

Trivia:

- Het woord robot werd voor het eerst gebruikt door de Tsjechische schrijver Karel Čapek in zijn toneelstuk R.U.R. (Rossum's Universele Robots) (1920) en is afgeleid van het Tsjechische woord robota, dat 'werk' of 'verplichte arbeid’ betekent.
- In een ingezonden brief in Lidové Noviny (een Tsjechisch dagblad) in 1933 vertelt Karel Čapek dat het woord door zijn broer Josef is verzonnen.
- De schrijver Isaac Asimov, die in zijn boeken de hele kosmos door vloog, had vliegangst, haha (net als ik) :-)

*** Link: Isaac Asimov

*** Link: I robot

*** Link: De Robot Wetten

*** Link: DOS aanval

*** Link: Cyberoorlog

*** Link: Grootschallige cyberaanvallen tegen de NAVO kunnen met militair geweld worden beantwoord.

vrijdag 12 december 2014

Renault Dauphine


- Techneutje
Toen ik in de 6e klas van de lagere school zat, bestond er nog geen CITO toets, maar ik werd wél getest voor een vervolgopleiding. Ik was goed voor de MULO. (samen met drie meisjes uit mijn klas, maar daar had ik toen(!) nog niets mee). De MULO zei mij niet veel, maar ik wist wel, dat mijn vrienden allemaal naar de LTS mochten.
Dat wilde ik dus ook.
Mooi niet. Zo miste ik ook alle technieklessen, die je op een technische school kreeg en dat betreurde ik, want ook toen had ik al een grote interesse in techniek.

- Wrakken
Onder het viaduct van de A1, bij de Vecht werd er in die tijd nog wel eens zomaar een afgedankte auto gedumpt, dat kon toen nog. Volgens mij zaten zelfs de nummerplaten er nog gewoon op!

Zo'n wrak had natuurlijk een grote aantrekkingskracht op ons, jonge jongens. Ik ging achter het stuur zitten en fantaseerde, dat ik auto reed, demonteerde het dashboard of opende de motorkap. Ik was gefascineerd door al die mooie onderdelen en wat roken automotoren lekker naar olie, rubber en benzine!


Ik haalde thuis gereedschap op en probeerde de carburateur, de stroomverdeler, de bobine enz. los te schroeven om ze me toe te eigenen. Wat was ik trots, als ik de buit mee naar huis kon nemen om het allemaal te kunnen onderzoeken.
Het mooiste model, dat er ooit stond was een Renault Dauphine, ik was er helemaal verliefd op :-)


Maar mijn domme vrienden konden niets anders bedenken dan de boel te slopen. Sufferds!
Ik herinner me, dat ik een keer ontzettend op mijn donder kreeg van een passerend echtpaar. Waarom ik de boel vernielde…
IK?? Nooit! Ik ergerde mij daar ook vreselijk aan, maar dat geloofden zij niet van mij. Tsssss…..IK sleutelde, haha.

- Kennis opdoen
Mijn enige bron van nieuwe technische kennis was (notabene!) het maandblad VT Wonen, waarin elke maand een stukje over autotechniek stond. Ik vrat het! Nu wist ik ineens, hoe alles werkte!
In het schuurtje van mijn vader demonteerde ik dan bijvoorbeeld de carburateur en probeerde de werking van alle onderdelen te doorgronden. Prachtig vond ik dat!


Ook sloot ik een bobine aan op een bougie en een 9 Volt batterij, om er achter te komen, dat de bougie inderdaad ging vonken, maar dat mijn dure batterij na een halve minuut al leeg en gloeiend heet was, haha. (nu weet ik, dat zo’n bobine bijna een kortsluiting is).

- Frustratie
Maar als ik dan weer terug ging naar "mijn auto" kon het gebeuren, dat mijn "vriendjes" de wagen in de fik hadden gestoken…
De klootzakken…waarom hadden zij geen respect voor techniek?
Ik kan er NOG boos over worden,

Willem Kroon, 12 december 2014.

*** Link: Lees reacties op FaceBook

*** Link: Wikipedia over de Dauphine

Oud promotiefilmpje

woensdag 3 december 2014

Close ups moeten verboden worden


Ik vraag me wel eens, af of de huidige tv regisseurs rekening houden met de afmetingen van moderne tv ontvangers…

Als beeldtechnicus heb ik in de jaren iets meegekregen over tv maken in het algemeen en de kadrering van shots in het bijzonder. Bovendien hoor ik tot de doelgroep, dus ik mag meepraten :-)

Zo is er een oud en saai truukje om meer emotie in het beeld te brengen. Wanneer een talking head een gevoelige zaak aankaart (liefst met tranen) dan roept de regisseur al gauw: "Inzoomen!" "Inzoomen!". Het verschilt per regisseur, maar de bijbehorende richtlijn is meestal "opsluiten" oftewel het pratende hoofd moet ontdaan zijn van kruin en kin, klemzittend tussen de boven- en onderkaders.


Het móet gezegd, het shot wórdt er indringender door. Maar…als je vroeger een medium shot had op een 37 cm tv'tje zag je weinig details in het gezicht. Een close up kon dan meer inhoud geven aan het gesprek.
Echter, als je datzelfde shot op een 41 inch (104 cm!) tv ziet dan loopt je huiskamer vol met het ponum van een wildvreemde, waarbij zoveel details ziet, dat je de neusharen van de geportretteerde kunt tellen. Heb ik het verder niet over allerlei ander ongerechtigheden, die een gezicht kunnen ontsieren…Bah!

Ik voel me tamelijk ongemakkelijk bij zo'n grote tronie in mijn huiskamer. De grootte van het afgebeelde gezicht moet zodanig zijn, dat het lijkt of de tv-gast op gepaste afstand van mij zit, net zover als ik in de werkelijkheid van diegene af zou willen zitten. (ja, er is daarbij wel een marge als het, zoals in mijn geval, over mooie vrouwen gaat, haha).


Regieseurs (m/v): in een (ouderwets) mediumshot zie je nu, vanwege de grootte van het scherm, OOK al heel duidelijk, hoe een (emotioneel) gezicht er uit ziet en hoe groot de eventuele tranen zijn, die er over wangen biggelen!

Dus, mijn pleidooi….verbied vanaf heden de close up!!!
Think W I D E ! :-)

Willem Kroon, 3 december 2014.

dinsdag 2 december 2014

Homonculus


Ook vroeger wilde de mens graag weten, hoe zijn hersenen werkten.

Eén van de mogelijke verklaringen, dacht men, zou de "Homunculus" kunnen zijn. In het brein, zo veronderstelde men, zat een "mannetje" dat alles bestuurde. Voor de gemakzuchtige denker was het daarmee klaar.
Maar voor wie iets verder dacht, rees direct de vraag, wie het "mannetje" zelf bestuurde. Wat zat er dan in zijn hersenen? Wéér een mannetje zeiden sommigen, enzovoort. Deze manier van bewijzen wordt ook wel een "reductio ad absurdium" genoemd.
Overbodig om te zeggen, dat je met deze manier van verklaren nergens komt :-)

Waarom deze inleiding?


Ook tegenwoordig wil de mens nog steeds weten, waar "het leven" vandaan komt.

Onlangs landde, na een reis van 10 jaar, het landingstoestel ”Philae" op komeet "67P/Churyumov/Gerasimenko". Doelstelling is oa. om onderzoek te doen naar aminozuren, die zich eventueel op die komeet zouden bevinden. Deze zuren zijn essentieel om leven te doen ontstaan en zouden niet spontaan op Aarde gevormd kunnen zijn(!?).
Als die stoffen worden gevonden, zou dat een bewijs zijn voor de theorie, dat de bouwstenen voor (het) leven naar onze wereld gebracht zijn door kometen. Klaar!

Klaar? En hoe zijn die zuren dan op die komeet terechtgekomen? In de denkwijze van de Homunculus zou dat dan weer door een andere komeet gebeurd moeten zijn. "Reductio…".
Dit was een duur onderzoekje, maar per saldo komt de mensheid ook hier geen stap verder mee.

Knap kunstje, dat landen, dát wel.

Willem Kroon, 2 december 2015.

*** Link: Lees over de Homunculus"
*** Link: Reductio ad Absurdium"

vrijdag 28 november 2014

UFO's: feit of fictie?


Ik heb nog nooit zo'n raar woord meegemaakt als UFO ("Unidentified Flying Object").

Sinds techniek een steeds belangrijker plaats inneemt in het leven van de mens, worden er steeds meer vreemde vliegende objecten gemeld. Gevoed door sciece fiction verhalen (bijvoorbeeld: "War of the Worlds") denken mensen vaak ruimteschepen van buitenaardse wezens ("ExtraTerrestrials" of ET) waar te nemen.
In de Middeleeuwen gebeurde dat namelijk nóóit...

Omdat het moeilijk praten is over onbewezen vervoermiddelen ("Vliegende Schotels", pracht term) van bijvoorbeeld groene Marsmannetjes, heeft men ooit de handige term UFO ingevoerd. In het Nederlands zou dit iets van "Niet geïdentificeerd Vliegend Voorwerp" zijn.
Het mooie daaraan is, dat je elk voorwerp, waarvan je nog niet weet, of het inderdaad buitenaardse wezens vervoert, voorlopig onderbrengt onder de categorie "bijzondere waarneming, maar we weten nog niet, wat het voorstelt".
Als nog niet bewezen is, dat het apparaat boven je hoofd van lichtjaren ver komt, is het een UFO en dat is een feit.

Maar nu mijn verbazing: Als mensen zeggen "Ik heb een UFO gezien", bedoelen ze altijd "Ik heb een buitenaards ruimtevaartuig gezien"!
NEE! Je hebt een onbekend ding gezien en of ET aan boord is, moet nog onderzocht worden! Haha

Het woord UFO is dus gedegenereerd en onbruikbaar geworden. Er is behoefte aan een NIEUWE algemene omschrijving. Iets als "Not Yet Proven to be an UFO" of "NYPU". Maar ook die benaming zou op den duur vervagen, haha.

(en wat is dan fiction? Dat er ergens in het Heelal vergevorderde intelligente culturen bestaan, die onze Aarde en óns misschien wel willen vernietigen. Er IS een statistische kans daarop, maar die is zó ontzettend klein, dat wij de onbekende vliegende voorwerpen blind als zinsbegoogeling kunnen beschouwen …) :-)

Willem Kroon, 28 november 2014.

vrijdag 24 oktober 2014

De telefooncentrale

Wikkiweetjes van Willem.

Telefoneren… de manier waaróp kan verschillen, maar we doen het allemaal. Sinds wij mensen ons onderscheiden van (andere) dieren, door ons taalgebruik, hebben wij een diepe behoefte aan communicatie gehad. Niet, dat andere dieren dat niet doen, maar wij praten.
De behoefte om andere mensen te spreken zit diep in onze genen. In ons uppie op een onbewoond eiland zouden we snel van eenzaamheid dood gaan, als we met niemand een praatje konden maken



We ergeren ons nu aan mensen, die op de gekste plaatsen en momenten zitten te bellen, maar als je de Neanderthaler een GSM had kunnen geven, dan had hij het ding óók de hele dag gebruikt, haha. Het zit gewoon diep.



Het is dan ook niet verwonderlijk, dat Antonio Meucci in 1850 de telefoon uitvond. Alexander Bell werkte het idee verder uit (zie link 1).





Hoe ging dat vroeger?
Telefoontoestellen hadden géén knoppen of draaikiezers! Je luisterde in de hoorn en praatte tegen een soort kokertje met microfoon, dat vast zat aan het toestel.

Stel, je hebt een dorpje met honderd huizen. In ieder huis wil men een telefoonaansluiting en wil men iedereen in het dorp kunnen bellen. Dat betekent in de eerste plaats, dat er een telefooncentrale moet komen, die 100 aansluitingen kan behappen. Want iedereen moet iedereen kunnen opbellen, vandaar het woord "centrale". We zetten overal een telefoontoestel neer en trekken, onder de grond, vanaf elk huis twee koperdraden (de "lijnen") naar de centrale en sluiten de telefoon op de draden aan. We nummeren deze aansluitingen van 001 tot 100. De koperdraden komen allemaal uit in die centrale; op een groot verticaal bord met genummerde aansluitingen voor de stekers van aansluitkabeltjes.

Voorbeeld: Iemand, met aansluiting nummer 034 wil mevrouw Janssen spreken. Die naam is op zich niet interessant, we willen haar nummer weten.
Zodra de losse hoorn van de haak werd genomen ontstond er een verbinding met de centrale, bij de telefoniste ging een "blinkertje" (voorloper van het lampje, dat echter verder geen stroom gebruikte) open bij nummer 034 (in dit geval). De opbeller draaide aan een slingertje, waardoor er een beltoon gegenereerd werd. De telefoniste werd dus door het blinkertje en de beltoon geattendeerd op de beller. Zij trok een kabeltje uit haar tafel en plugde die in bij gat 034 en zette een schakelaar om, nu kon zij praten met de klant. Er was verbinding gemaakt met de centralist. De klant vertelde vervolgens welk nummer hij of zij wilde bereiken. "Mevrouw Janssen? Nee, daar heb ik niets aan! … Oooh, nummer 078? Momentje…Ik verbind u door."



De telefoniste trok vervolgens een nieuw koord uit haar tafel en stak dat in het gat dat hoorde bij nummer 078. Zij draaide ook aan een slingertje en "wekte' mevrouw Janssen. Als 078 opnam, zei zij: "Ik heb een gesprek voor u, wilt dat aannemen?" Als mevrouw Janssen dat wilde, zette de centraliste weer een schakelaar om en werden de twee aansluitingen met elkaar verbonden.
Vervolgens moest zij er tussen uit, oftewel haar eigen verbinding met de lijnen verbreken. Je kunt je voorstellen, dat dat niet altijd gebeurde en zo was dat baantje van telefoniste ideáál voor nieuwsgierige dames, want zij wisten al het nieuws als eersten, hahaha.
Na verloop van tijd schakelde zij zich weer parallel aan het gesprek en moest dan zeggen: "Spreekt u nog? Spreekt u nog?" en de verbinding met beide nummers zonodig verbreken én het blinkertje resetten. Einde gesprek :-)







Deze installatie was dus redelijk klein en eenvoudig, maar je kunt je voorstellen, dat er voor een stad als Utrecht veel meer aansluitingen op de wand zaten en dat er heel veel centralistes tegelijk aan het werk waren. Mijn tante Tonnie heeft dat werk gedaan en zij vertelde altijd smakelijke verhalen over die gezellige tijd met al die meiden (het was, denk ik, wel voornamelijk een vrouwenbaantje ;-) )

Bovenstaand verhaaltje vertelt over "lokaal" bellen, binnen het dorp.
Hoe ging "interlokaal" bellen dan, van stad naar stad? De centrale had ook een paar lijnen naar een districtscentrale, die met verschillende steden verbonden was. De lokale telefoniste maakte, ook via de koorden, meteen contact met die centrale; daar werd dezelfde procedure gevolgd als hierboven om verbinding te maken met de gewenste lokale centrale, waar ook weer de juiste abonnee gewekt moest worden… Als je naar het buitenland wilde bellen, moest je nog meer centrales passeren met bijbehorende centralisten.

Ja, deze manier van telefoneren was omslachtig en tijdrovend, maar men had niets anders en was er heel blij mee.



Maar de techniek schrijdt voort. Het hele proces van het verbinden van de juiste lijnen werd uiteindelijk geautomatiseerd. Nu kon je met een draaikiezer direct het hele nummer kiezen. Daar kwam wel wat meer techniek voor kijken. Bekijk DIT filmpje maar eens:





Het toverwoord werd „relais", een mechanische schakelaar, die op afstand gestuurd kon worden en automatisch de juiste lijn kon vinden en er contact mee kon maken. Een hele verbetering!



Dit was allemaal nog wat men noemt "analoge" techniek. In de jaren '80 werden de mechanische telefooncentrales langzamerhand vervangen door digitale (PRX) centrales. Dit hield voor de abonnee in, dat je met drukknoppen kon kiezen. Opnieuw een hele verbetering!

Niet iedere centrale was direct omgebouwd; daarom had je als tussenvorm leuke gekleurde toestellen, die zowel "pulse" (analoog) als "tone" (digitaal) konden geven. Nu zijn alle centrales al weer heel lang allemaal digitaal.

Volgende stap was, dat mensen mobiel gingen bellen. Hierdoor nam de behoefte aan "landlijnen" (kabels onder de grond) enorm af. Maar IK kan er nog geen afstand van doen, ouderwets als ik ben, haha.

Telefoneren is "ff belluh" geworden…Grondkabels zijn in principe niet meer nodig, alles gaat door de lucht, maar ook bij de huidige GSM's moet er een centrale zijn, die al deze "abonnees" automatisch met elkaar verbindt en dat zal ook best wel een knap stukkie techniek zijn, maar daar heb ik geen verstand van! :-)

Willem Kroon, 24 oktober 2014.



*** Link 1: Alexander Graham Bell

donderdag 9 oktober 2014

Mijn vader’s blog

Ruim een jaar geleden begon ik met een grote klus, het online zetten van mijn vader's herinneringen aan het Muiden van zijn jeugd. Ik gebruik hiervoor een bestaande blog-website: BlogSpot.
Mijn inleiding luidt:

"Ook toen het niet meer zo goed ging met mijn vader,
Guus Kroon sr. (*07- 07-1926 - †15 -09-2013), vertelde hij nog altijd zijn geliefde verhalen. Over zijn diensttijd in Indïe, zijn voetbalcarriëre, zijn jarenlange plezier bij muziekvereniging Crescendo en natuurlijk over Muiden.

Jaren geleden (in 1998) hielp mijn broer Guus hem bij het schrijven van zijn boek "Mijn Verhaal, herinneringen aan het Muiden van mijn jeugd". In delen wil ik mijn vader's boek publiceren. Om de zoveel tijd zal ik een pagina uit zijn boek tonen. Opdat zijn herinneringen niet verloren zullen gaan.

Pa, ik hing altijd aan je lippen. Ik mis jou en je mooie verhalen ontzettend. Je boek is een troost voor me,

27 september 2013, Willem Kroon
"


Met hulp van mijn broer Guus, dus, schreef mijn vader zijn herinneringen op. Hij was zijn leven lang boekhouder (tegenwoordig accountant genoemd, haha) geweest en kon daardoor goed met zijn typemachine overweg. Het is mooi, om die oude schreeflettertjes weer te zien en ik heb bewondering voor hoe mijn vader foutjes wist te herstellen.
Guus kopieerde de getypte velletjes en maakte er een analoog boek van. Je begrijpt, dit alles was papier- en inkt werk. Er bestond geen computerfile van de teksten…
Mijn werkwijze is, dat ik de bladzijden uit het boek scan, in PhotoShop bewerk en daarna als afbeelding in het blog plaats. (Groot nadeel hiervan is, dat de Google Zoekmachine er dus niet bij kan...)
Op deze wijze publiceer ik zo'n beetje elke week een pagina in het blog en geef ik er kennis van op FaceBook.


Het scannen van zo'n dik boek met slappe bladzijden is niet eenvoudig, daardoor zijn de scans vaak scheef en is de beeldkwaliteit meestal onder de maat.
Bovendien maakte (ook :-) ) mijn vader typefoutjes en zitten er soms inktvlekjes op de afbeelding. Ik wil een goed leesbare pagina bieden. Daarom bewerk ik de scan in PhotoShop. Letters, die onleesbaar zijn door slijtage van de typmachine vervang ik door een goed exemplaar van die letter te kopiëren en over de slechte letter heen te plakken ("copy/paste”). Mijn vader zou dat prachtig gevonden hebben :-)



Ook ga ik met een heel klein PhotoShop gummetje soms tussen de letters zitten om de leesbaarheid van de letter te vergroten.
Ja, dat is monnikenwerk, maar heel dankbaar :-)

Dit werk geeft mij heel veel genoegen. Het is net, alsof ik samen met mijn vader bezig ben, om zijn verhaal vast te leggen voor de toekomst. Als het straks volledig op Internet staat zijn de herinneringen van mijn vader voor de toekomst gered.


Ik vind het soms een feest van de herkenning. Zo schreef mijn vader: "Jammer, dat je je toen niet realiseerde, dat de lagere schooltijd de fijnste tijd van je jeugd is. Nooit heb ik een hekel aan die school gehad. Vacantie vond ik ook fijn, maar als dat weer voorbij was, maakte mij dat ook niet veel uit. Alles ging dan weer zijn normale gangetje".
Ook ik had geen hekel aan school en ook ik vind de winter stiekum het prettigst, omdat dan alles weer in zijn normale ritme terug valt.
Om op deze manier er achter te komen, dat ik veel op mijn vader lijk, maakt me blij en bedroefd. Zo jammer, dat wij dit alles niet meer samen kunnen bespreken, maar ik ben ook blij om door dit werk heel dicht bij mijn vader te zijn.
In gedachten praat ik met hem : "Zo pa, dat staat er weer allemaal netjes bij. Benieuwd, wat de huidige Muidenaren er van zullen vinden." :-)
Ik (en dus ook mijn vader) krijg(t) mooie complimenten op FaceBook en via mail. Ik heb het plezier in het schrijven overduidelijk van mijn pa, al moet ik daar aan toevoegen, dat ook mijn moeder graag en mooi schreef.


Mijn broer Guus en ik koesteren het verleden, dat hebben we overduidelijk van onze vader geërfd.
Er bestaan nog steeds geen tekstfiles van het boek, maar door het online blog van mijn vader blijft zijn ongelooflijk scherpe geheugen bestaan, ook al moet ik mijn goede vader elke dag missen,

Willem Kroon, 9 oktober 2014.

Ps: op het moment van schrijven ben ik ongeveer op de helft van het werk.

*** Link:
Lees mijn vader's blog "Herinneringen aan het Muiden van mijn jeugd"

vrijdag 3 oktober 2014

Vallende ouderen, een groot probleem


Pasgeboren babies kunnen aanvankelijk niet lopen.
Hun beenspieren zijn nog te zwak en hun hersenen kunnen de bewegingen nog niet goed coördineren. Maar dat komt normaal gesproken al snel goed.

Na een arbeidzaam leven komen veel ouderen terug in die vervelende fase van hun leven, dat zij weer moeite krijgen om de altijd aanwezige zwaartekracht te tarten, zoals deze mevrouw op de foto. En dat komt niet meer goed. Vallende ouderen is een groot probleem; dat weet ik onder andere door mijn ervaringen met mijn ouders.

Gelukkig is die lieve mevrouw op de foto gewoon Ellie Oosterbroek uit Muiden, die heel vaak geacteerd heeft in reclamespotjes.
Maar ook zij komt op leeftijd en ze vertelde me eens, dat ze nog steeds van die klusjes aanneemt, maar dan moet men wel naar haar toekomen, in het bejaardenhuis.
Ellie ligt dus wél op haar eigen vloer :-)

maandag 29 september 2014

Over Han Reiziger


Nu ik het op FaceBook weer eens over mijn vroegere werk heb gehad, komen er allerlei herinneringen boven.

Zo deed ik jarenlang het mooie programma "(Han) "Reiziger in Muziek", mijn favoriete klusje, in Studio Plantage, de Serre.
Dat was zondagnacht om 6 uur vroeg beginnen met opbouwen en repeteren, maar eenmaal op zender werd ik wel wakker gemaakt door alle verschillende soorten muziek, die de charmante Han Reiziger mooi vond en waar hij uitgebreid over wilde en kón praten.
Géén bombastische tv met effecten en flapperkasten of een showballet, maar met een echt zondagmorgensfeertje.
Eigenlijk was het gewoon een radiouitzending met 4 camera's er omheen :-) Het programma werd live uitgezonden op zondagochtend van 9 tot 10h.

Zonder conservatorium opleiding kon ik de gesprekken meestal niet volgen, maar ik hield van dat geneuzel, heerlijk. Het deed me denken aan mijn nachtelijke doorzakfeestjes, waar ook met veel genoegen intens gesproken werd over muziek en waar natuurlijk heel veel geluisterd werd (vaak tot verdriet van mijn buren, sorry nog ;-) ). Van de Beatles via de Beach Boys naar Metallica en weer terug, haha.


Han was een pracht kerel, met zijn niet gespeelde onhandigheid en zijn vermogen om iedere verlegen muzikant aan het praten te krijgen. Hij was en bleef een serieuze VPRO radiopresentator, die niets om "het plaatje" gaf, haha.


Hele orkesten werden niet geschuwd in het studiootje van zo'n 10 bij 10 meter!

Soms was er, bijvoorbeeld, een pikzwarte blues gitarist uit Mississippi, die normaal gesproken op het tijdstip van de uitzending naar bed ging, haha.... Toch klonk die muziek dan prachtig, zonder drank, sigaretten en wilde wijven :-)…vaak tot hun eigen verbazing en voldoening.
(een uur live over muziek babbelen, zonder reclame-onderbreking en op die manier kenden zij dus echt niet in Amerika).

Rust zacht, Han.
("Vrije Geluiden", de opvolger, heeft voor mij nooit meer jouw niveau gehaald).

Willem Kroon, 29 september 2014.

*** Wikepedia over Han... ***

Bekijk een complete uitzending uit 2001; de rust straalt er van af:



Zónder ondertiteling, dat hoefde allemaal nog niet:



vrijdag 26 september 2014

Bestaat er zoiets als "live" televisie?



Het antwoord is kort: "Nee".

Althans, niet in de letterlijke zin. Laat ik zelf een definitie stellen:
"Bij (echte) live tv kun je, met behulp van apparaten, camera’s, direct en zonder tijdverlies naar een lokatie kijken, waar je zelf niet bent. Eventueel kun je ook nog luisteren naar wat er op dat moment op die plek gebeurt, maar dat is niet meteen noodzakelijk (Sorry, audiovrienden ;-) )".
Echt televisie (ver kijken) is voor mij een camera (1 camera), die continue zonder verdere opslagtechnieken en zonder naar andere camera's te schakelen, een (al dan niet bewegend) plaatje laat zien van een verder weg gelegen lokatie.


Maar die zijn er toch elke dag? Live uitzendingen?
Het venijn zit in 'm het woordje direct.
Even een beetje technisch…vroeger, toen de eerste televisie-uitzendingen begonnen, kon er nog niets opgenomen worden, niet op tapes, niet op computers, alles was live.
Er was slechts "telerecording", wat inhield, dat een beeldbuis gefilmd werd door een filmcamera. Je kon het onderwerp terugkijken, maar de kwaliteit was slecht en opnieuw uitzenden was lastig, daar had je dan weer een filmscanner voor nodig. Monteren moest door een filmcutter gedaan worden.


Alle eerste uitzendingen, bijvoorbeeld uit het (afgebroken) kerkje Studio Irene in Bussum, waren directe uitzendingen.
Zo kon je bij Swiebertje de cameramensen horen lachen achter hun camera's als Swieber zich weer eens niet aan zijn tekst hield (al of niet veroorzaakt door teveel borreltjes :-) ) Dit kon er uiteraard niet uitgeknipt worden.
Omdat de studiovloer erg klein was, werd er tijdens de ombouw naar een ander dekor gewoon even een bordje "Pauze" uitgezonden. Ander materiaal was er gewoon niet voor handen!

De technische spullen, die men toentertijd gebruikte werkten "analoog", dat wil zoveel zeggen, dat er geen "chips" (IC's ofwel "integrated circuits") en geen digitale technieken voor handen waren. De oude elektronische onderdelen werkten snel. Het tv signaal werd bijna in geen tijd doorgegeven. Live tv voldeed toen dus redelijk aan mijn definitie. Wat in Hilversum gebeurde zag men bijvoorbeeld ook gelijktijdig in Limburg.


In mijn vroegere werk als beeldtechnicus (daarover schrijf ik nog eens een apart blog) moest het "regiewezen" (regisseur, regie-assistente en schakeltechnicus) op de seconde nauwkeurig weten op welk moment hun uitzending "live" was. Daartoe keken zij en wij op een tv ontvanger, waarop exact te zien was, wanneer de stuidio op de zender geschakeld werd. Dat werkte niet meer, toen er steeds meer vertraging kwam in het hele circuit van studio/Eindregie/Centraalpost/PTT Zender/ kabelnet (of glasvezel). Er kon nu zomaar 5 seconden verschil zitten tussen de studio en de "afkijk". Zelfs de regisseur zag de live uitzending niet echt meer!
Op de seconde precies overgaan op deze manier werd dus onmogelijk. Bovendien kon je ook niet meer naar de uitzending (Zendlijn) luisteren, omdat je dan een soort echo kreeg.
(Tegenwoordig krijgt men een seintje van de Eindregie en moet men in "the blind” overschakelen. De delay totdat de eerste shots op zender komen, maakt regie-assistentes soms gek, haha)

Ook om een andere reden is tv niet meer live. Bij DWDD begon men al vroeg met het live ondertitelen van de uitzending voor doven. Tot op de dag van vandaag wordt het programma zo'n 30 seconden vertraagd uitgezonden, dit om de ondertitelaars in Hilversum de tijd te geven om de ondertitels te schrijven en voor te kunnen zetten. Dit wordt overigens door een ploegje van drie man/vrouw gedaan. Als dit soms niet goed gaat, zie je de titel eerder dan dat hij uitgeproken is, haha. Ook het regiewezen raakt door deze ingreep soms danig in de war, vooral als zij tóch naar de Zendlijn kijken :-)

Ik deed een keer een diecte uitzending vanuit een rechtbank. De zitting moest live te volgen zijn.
De persdienst van de rechtbank was daar niet blij mee, het was allemaal nog heel nieuw voor hen. Sommige namen van verdachten bijvoorbeeld mochten niet bekend worden en er waren andere zaken, die geheim moesten blijven.
Daartoe werd de uitzending 60 seconden vertraagd en werd het programma continue eerst op een computer opgenomen. In de regiewagen zat de persrechter van de rechtbank op de regisseursstoel en die gaf steeds aan, wat er uit moest. De video-editor maakte in- en uitpunten en de computer sloeg bij het uitzenden dan dat gedeelte gewoon over. Uiteraard zag je dan wel het beeld verspringen.
So far, live uitzending van een rechtszaak.

Wat ook wel eens een reden kan zijn om vertraagd uit te zenden is, als een gast geen Nederlands spreekt. Dan wordt er simultaan vertaald bij een opname, die een aantal seconden is vertraagd.

Een ander issue is, dat voor live uitzendingen een ander BTW bedrag gehanteerd wordt dan voor opnames, maar waar die grens tussen „live" en "niet-live" ligt, weet ik niet.


De straatinterviews van AT5 komen dicht bij mijn definitie, maar zelfs die uitzendingen zullen door sommige van de genoemde oorzaken vertraagd weergegeven worden.

Ook live webcams hebben zomaar een vertraging van een minuut of zo.
Ooit stond ik op de camera van het Koningsplein en belde met mijn vriendin, of ze mij zag op haar computer? Nee. Nou ja, na een minuut wel, haha.

Kortom, langzame digitale verbindingen, uitzenden via een harddisc en vertragingen in apparatuur en kabels zorgen er voor dat tv nooit meer live is.
Is het erg? Nee, je merkt er bijna nooit iets van, maar ook hier word je weer bedonderd, haha.

Willem Kroon, 26 september 2014.

Link:

*** WebCam KoningsPlein...

maandag 22 september 2014

„Reality Soaps”, zijn die echt?

Vroeger (spreek uit: vroegah) had je bijvoorbeeld nieuws- en actualiteiten programma's op televisie. En ook sportprogramma's en shows.
Je had er dure, goed uitgeruste studio's voor nodig met een relatief grote speelvloer en heel veel licht, omdat de camera's van toen nogal lichtongevoelig waren.
Er waren ook series, zoals Swiebertje en Pipo de Clown, om maar wat te noemen. Die series werden gespeeld (bij tv noemen zij dat drama) door acteurs, en al die mensen, die voor de camera kwamen, werden beroemd in Nederland.
Het overgrote deel van Holland keek naar een klein clubje uitverkorenen.



In 1968 sprak Andy Warhol zijn beroemde woorden:
"In the future, everbody will be world famous for fifteen minutes”, oid. Inmiddels is dat een juiste voorspelling gebleken.
Doordat videocamera's klein en compact zijn geworden, goedkoop aan te schaffen- en heel lichtgevoelig zijn (en omdat er gewoon thuis gemonteerd kan worden) kan iedereen tegenwoordig tv maken. En dat gebeurt dan ook op grote schaal.
Veel van deze (wan)producten worden op de server van YouTube gezet, maar ze zijn ook veelvuldig te zien op de „echte" televisie, bijvoorbeeld in DWDD (afkorting voor „De Wereld draait Door”, moderne manier voor het afkorten van programmanamen) en zelfs in "het grote mensen Journaal". Nu wordt iedereen wel een keer (eventjes) beroemd, soms in de hele wereld.
Tegenwoordig kijkt de ene helft van Holland via zijn breedbeeldkikker naar de andere, zich voor de camera uitslovende, helft…
Over beeld- en geluidskwaliteit wordt trouwens niet meer gerept.

Een ander gevolg is de uitvinding van de "reality soap". De ene burger duwt de ander een camera voor zijn snufferd en voilá, er is weer een tv programma gemaakt.
De opzet is, dat de kijker moet geloven, dat het allemaal echt (reality) is, wat er allemaal te zien is (de soap).
Dat kan soms heel interessant of grappig zijn, maar steeds vaker is de inhoud (heet tegenwoordig "content") FAKE!



Zo heb je op Discovery Channel de serie "`Airplane Repo".
Een soort detective/piloot moet een vliegtuig kapen en terugbrengen naar de eigenaar, omdat de huur of afbetaling niet voldaan is. Spannende tv! Het gaat altijd allemaal maar nét goed!




Maar…men heeft altijd wel tijd om kleine (vinger)cameraatjes aan de vleugels te hangen of in de cockpit!
Helemaal verbaasd was ik, toen twee piloten beschoten werden door een boer, wiens vliegtuig gekaapt uh...(repossessed) werd…Vanaf de grond zag je het vliegtuig heel mooi opstijgen…Oh, dus er stond nog een cameraman in de buurt van de boer? Werd HIJ niet beschoten? En hoe kwam die cameraman thuis, hè?




Een andere soap is "The Laffing Devils" over een ruige motorbende in Amerika. Ik heb nog nooit zo'n stelletje suffe en lieve motorduivels gezien, haha. Echt, je wordt beduveld.
Er is veel teveel om hier allemaal op te noemen.

Enfin, als je een beetje krtitisch kijkt, snap je dat dit ales gewoon nep is.
Waarom? Omdat mensen drama willen en omdat drama kijkers oplevert en omdat kijkers naar reclame kijken, die heel veel geld opbrengt.
De waarheid mag daarbij kennelijk flink veel geweld aangedaan worden, maar hebben wij, de kijkers, daar ooit toestemming voor gegeven?

Conclusie: kijk gerust naar die shit, dat doe ik ook heel vaak, maar geloof het allemaal maar niet. Stay awake! Be sharp! Hahaha.

Aanleiding voor dit blog was overigens het nieuws van vandaag (zie bijgaand artikel uit de VolksKrant), dat ook de reality soap "Ik heb het nooit gedaan" (moderne programmanaam) nep is. Ook hier wordt weer ouderwets geacteerd.
Je bent gewaarschuwd!

Willem Kroon, 23 september 2014.



*** De uitspraak van Andy Warhol...

maandag 15 september 2014

Hoe zit dat met die Maan en die Zon?

"WikiWeetjes van Willem, Deel 2"

Laatst maakte ik het volgende grapje in de kroeg:

"Bij een maansverduistering staat de zon tussen de Aarde en de maan." Hahaha…
Pretty impossible, maar tóch geloofde een kroegmaat van me het meteen. Hij zei, dat hij altijd moeite had gehad met astronomie (sterrenkunde), maar gaf toe, dat het hem eigenlijk ook nooit geïnteresseerd had. Nu wilde hij wel eens van mij weten, hoe het allemaal zit.
Tja, hoe zít het eigenlijk?



Ik begin meteen maar groot: In de verder lege ruimte van het heelal (of Kosmos) bevinden zich groepen ("clusters") sterrenstelsels. Deze stelsels draaien om elkaar heen. Op bovenstaande afbeelding is de Aarde veel te klein om af te kunnen beelden.



Een van die talrijke stelsels is de Melkweg ("Milky Way”), waar wij wonen. In gebieden, die geen last hebben van "lichtvervuiling" kun je ons sterrenstelsel 's nachts waarnemen als een vage, lange witte streep aan de hemel. Die streep bestaat uit heel erg veel sterren.



Rond zo'n ster kunnen planeten cirkelen, maar ook stof of meteoren en meteorieten. Deze objecten draaien hun vaste baantjes rond hun ster, bij ons
de Zon genaamd. Sommigen doen dat "relatief dichtbij”, zoals de planeet Mercurius (58 miljoen kilometer verwijderd van de zon), andere zeer ver weg zoals de verste planeet Neptunus (4,54 miljard kilometer van de zon). (Pluto hád die positie, maar mag sinds kort geen planeet meer genoemd worden).

De door kernfusie aangedreven zon heeft nog 5.000.000.000 brandjaren en daarna verandert hij met een grote explosie in een Witte Dwerg, een samengebald sterretje. Voor die tijd moet de mensheid het pand verlaten hebben…



De voor ons allerbelangrijkste planeet is moeder Aarde,
"the Blue Shining Planet". Bij het ontstaan van ons zonnestelsel draaiden stof en rotsbrokken rond de zon, die door hun onderlinge zwaartekracht samenpakten tot een bol . Dat is de vorm, die alle stoffen (door cohesie) aannemen, als er geen andere krachten op inwerken. Bekijk maar eens een druppel kwik, die doet precies hetzelfde (maar wordt een beetje afgeplat door de zwaartekracht).

Een deel van dat ruimtestof word door de natuur gebruikt om de koolstofmoleculen van ons lichaam op te bouwen (en op enig moment weer af te breken, natuurlijke recycling, daar ontkomt niemand aan).

Aldus ontstond onze eigen woonplek in de ruimte. De Aarde ontwikkelde zich in 5 miljard jaar en de Evolutie zorgde er voor, dat onze lichamen zeer geschikt zijn voor de samenstelling van onze atmosfeer (de "lucht", die we inademen), de gemiddelde temperatuur, de heersende zwaartekracht en de gevolgen van de seizoenswisselingen op een bepaalde breedtegraad.
Zo zie je bijvoorbeeld, dat mensen, die rond de Evenaar geëvolueerd zijn een donkerder huid hebben dan degenen die dichter bij de koude Noordpool wonen. (witte voorwerpen stralen minder warmte uit dan donkere; neem de witte koelkast en de zwarte kolenkachel).

Planeet Aarde draait dus om de zon. In ongeveer 365 dagen (plus ongeveer 6 uur, vandaar dat we om de 4 jaar schrikkeldag hebben, dan halen we dat verschil weer in :-) ).

Doordat de draaias van onze planeet "schuin" staat tegenover de posite van de zon, onstaan de voor ons onontbeerlijke seizoenen. Leuk of niet, ook de winters hebben wij nodig om ons weersysteem stabiel te houden. Zonder de seizoenen zouden wij binnen een paar maanden verdwenen zijn.



Last but certainly not least: de Maan draait om de Aarde, in ongeveer 30 dagen. Door een rekenkundig verband tussen de draaisnelheid van de Aarde en die van de Maan zien wij altijd dezelfde kant van de maan! Er bestaat dus echt zoiets als de "dark side of the moon". Pas in de jaren '60 kregen wij via foto's van de Apollovluchten die achterkant te zien :-)

De Maan is vermoedelijk ontstaan door een botsing van de Aarde met een meteoor, een enorm grote steen, die veel materiaal lossloeg uit onze bodem, die brokstukken kwamen in een baan om de Aarde en voegden zich (ook) samen tot een bol.

De zwaartekracht van de Maan trekt aan onze wereld en aan het water van de oceanen; zo ontstaan eb en vloed. Als de zon in 1 lijn staat met de maan en de Aarde krijg je springvloed, omdat hun zwaartekrachten bij elkaar optellen.

Ook de Maan kunnen wij absoluut niet missen. Zonder eb en vloed, bijvoorbeeld, zou een een groot deel van de huidige continenten onder water komen te staan. Saillant detail in deze: de maan verwijdert zich met redelijk grote snelheid steeds verder van ons af door de middelpuntvliegende kracht van zijn omloop…



Ook de aardas roteert, dat heet Precessie (tolbeweging). Eens in de 26.000 jaar maakt die as een rondje. Ook daar is de Maan bij van invloed.
Precessie veroorzaakt oa. de verschuiving van de sterrebeelden, het ontstaan van de de ijstijden en dus ook flinke klimaatwisselingen
(hier hoor je nooit over in klimaatdiscussies…)



Al deze specifieke en unieke eigenschappen van Moeder Aarde zijn onontbeerlijk voor ons, mensen. Onze lichamen kunnen zich niet in korte tijd aanpassen aan, bijvoorbeeld, een heel andere zwaartekracht, vraag maar aan astronauten met hun spierzwakte en botontkalking. Wonen op de planeet Mars, met een zwaartekracht, die maar een derde is van de onze, zou zeer problematisch zijn.
De kans dat er, waar dan ook, nóg zo'n combinatie van essentiele eigenschappen voor menselijk leven is ontstaan is zeer klein, maar statistisch gesproken uiteraard mogelijk. Groen mannetjes zullen wij echter niet gauw tegenkomen, een hele opluchting ;-)

Nu begrijp je in ieder geval mijn kroeggrapje: als de zon tussen de maan en de aarde stond, zouden wij onmiddelijk tot stof verbranden…EN zouden wij met ons allen als ruimte-afval in een baan om de zon gaan draaien…totdat ook wij weer samensmolten tot een splinternieuw hemellichaam, hahaha.



"We are stardust",

Willem Kroon, 15 september 2014.




Lees meer over:

*** De Melkweg...

*** De Zon...

*** De Aarde...

*** Precessie...

*** Over het lot van onze Aarde...